Opmerking:
geen hooioffer, maar wel haver voor het paard.
In deze tekst: Schoen zetten.
“Sint Nikolaas.
‘k Heb in de almanak geleezen,
Dat het haast de tijd moet wezen,
Waarop Sint Niklaas de jeugd,
Met zijn’ blijde komst, verheugd:
‘k Hoop, dat ik ook ’t welbehagen,
Van dien heilig weg zal draagen;
En hij mij ook een goed getal
Sint-Niklaasjes brengen zal.
‘k Wil althans met beste haver,
En met wel gedroogden klaver,
Voor zijn rijdpaard, hem voorzien;
‘k Zal hem all’ mijne achting biên.
Vroeg naar bed gaan, en nadezen,
Naarstig en gehoorzaam weezen;
Sint Niklaas! vergeet mij vrij,
Met uw’ zoete lekkernij,
Zoo ‘k, in het minst, u gaa bedriegen,
Of u leugens voor wil liegen.
Dus sprak Jas, maar hoe de fielt,
Zijn’ belofte en eeden hield,
Bleek, na weinige oogenblikken,
Toen men hem, met slaan en prikken,
Zijne zuster sarren zag,
Die, met traanen, haar beklag
Aan haar’ moeder deed, en Jasje
Raakte in vaders schoenen kasje;
Maar de heilige hield zijn woord,
En reed van den ondeugd voort,
Zonder eens aan hem de denken,
En iets, uit zijn’ mand, te schenken,
Of te steeken in zijn’ schoê,
Dan een’ frische berken roê,
Met een versjes, dat nadezen
Ook elk kind van nut kan wezen:
,,Sint Niklaas houdt goede wacht,
,,Wie zijn’ kinderpligt betracht,
,,Of verwaarloost: stoute blaagen
,,Kunnen nimmer hem behaagen;
,,Dezen brengt hij, in den schoê,
,,Niets dan slechts een’ berken roê
Auteur: | Schonk, Everhard Jan Benjamin |
Jaar: | 1814 |
Land(en): | Nederland en Duitsland |
Tekstbron: | |
Pagina: | 88 t/m 90 |
Kenmerken: | |
Illustratie: |