1637 – Nu op Krucken dan op Stelten, ‘t Is te deerlijck, maar Sint Felten Dans’op kromme voeten recht.

Opmerking: zie ook de bron uit 1830 – De duivel op krukken en dan vooral ook acht geven op het bijgevoegde plaatje.

 

Zie in het boekje van 1637 ook pagina 6: schoorsteenveger, bullebak, Op p. 45, 97, 115  vinden we daarnaast ook de roe.

Zie in dit boek uit “1642 –Jan van der Veens Zinne-beelden oft adams appel” ook blz. 288, 330  en 412 voor verwijzingen naar Sint Felten.

 

Onderstaande afbeelding komt uit de 3e druk uit 1669


 

In hetzelfde boekje op p. 123 (1637)

Door’t gelab der Totebellen,
O ghesellen,
Splijt bykans mijn onder-lijf,
En mijn hooft loopt schier op stelten,
Ja Sint felten,
Trouw meer als een enkel Wijf.
Hier is weer den Droes te bannen,
Lieve mannen,
Cata plasma den Barbier
Die komt met sijn bos en salve,
O Duc d’Alve
Is soo wreet niet als dien Stïer.
In hetzelfde boekje op p. 54 (1637)
Ook prijst ghy onsen Prins die ghy in ‘t harte laakt,
(Dank heb, o lieve roe, dat ghy goe kind ren maakt)
U saak en lijt geen last, dat weet ik voor ons beyen,
Wat hebt ghy meer gedaan als onse Papegeyen,
Die clappen soo wat na, van ‘t geen’ sy niet verstaan,
Ik stel u neffens haar, gh’en hebt niet meer gedaan,
Dus gaat vry wederom, gaat heen in Nobis rook gat,
Laat vander Veen met vre’en, en seg een ander ook wat,
Gaat Brandt, ghy slechten quant, by Esels ende Muylen,
(Gelijk een Papegey) u ander volk na huylen.
Auteur: Veen, Jan van der
Jaar: 1637
Land(en): Nederland
Tekstbron:
  1. 1637 – Over-zeesche zege en bruylofs-zangen
  2. 1642 – Jan van der Veens Zinne-beelden oft adams appel
Pagina: 90 (1637) of 497 (1642)