1875 – Sint Nicolaas komt in de stad,

 

Sint Nicolaas

Sint Nicolaas komt in de stad,
Sint Nicolaas met zijn zwarten knecht!
’t Is, of dat nieuws bij iedereen
Van huis tot huis is aangezegd;
Want waar maar ergens kindren zijn
Is alles als in rep en roer,
En waar men ziet en waar men komt,
Is leven, drukte en groot rumoer.

Wat Sinterclaas ons brengen zal?
Dat is de vraag, die ieder doet;
Maar zie eens in dat groote huis
Daar zijn de dingen vast niet goed;
Daar is al ’t jonge volkje stil,
De een kijkt verlegen d’ ander aan,
Want daar heeft met door stoutigheid
Papa en Ma verdriet gedaan.

En Sint Nicolaas komt met zijn knecht,
Zet een heel stijf en stuursch gezicht,
En zegt: ‘Foei, jij ondeugend vokl!
Wat heb je van ’t jaar weer uitgericht,
Je deedt neit, wat je werd gezeid,
Waart stout, lui, koppig…. Knecht, toe, pak
Die deugniets een voor een maar beet,
En stop en in je donkren zak.”

Zoo gaat het in dat eene huis
En krijgt elk zijn verdiende loon;
Maar in een ander spreekt de Sint
Op een heel andren, zachter toon
En zegt: ‘Wel, lieve kindren, ‘k heb
Vernomen met heel veel plezier,
Dat gij gehoorzaam, braaf en goed
Dit jaar geweest zijt allen hier.

‘Daarom heb ik je ook meegebracht
Al, wat jehart maar wenschen kan,
En geef aan elk, naar hij verdient,
Een ruim en eerlijk deel daarvan.
Houdt nu je ook verder braaf en goed,
Doet je lieve ouders geen verdriet,
En weest verzekerd, dat je dan
Toekomend jaar mij wederziet.”

Zoo spreekt de lieve goede Sint;
En als hij weer de stad verlaat,
Gevolgd door zijnen zwarten knecht,
Is er een druk gewoel op straat,
De flinke kindren groeten hem
Voor ’t laatst nog met een luid Hoezee!
Maar die niets kregen kruipen weg
En zuchten treuren: Ach en wee.”

Auteur: anoniem
Jaar: 1875
Land(en): Nederland
Tekstbron:
  1. 1875 – Gouverneur’s Prentenboek

Kenmerken:
  1. Bang maken (van kinderen)
  2. Geschenken geven
  3. Paard
  4. Zak/korf/mand
  5. Zwart schmink