1897 – Het St. Nicolaasfeest op Texel


Opmerkingen:

In plaats van een roe is hier een heidebezem, dat is het verlengde van een roe. Een roe wordt soms met een steel een bezem en we zien ook modernere bezems terugkomen in andere voorbeelden.

Er is wel koek maar men spreekt hier niet van letters.


Tot de meest gewone volksvermaken behooren:
1. het St. Nicolaasfeest, 2. het branden van den „Meiblits”, 3. de Kermis.
In den kermistijd reden voorheen de „paren” de verschillende
dorpen rond, om ten slotte den dag met „dans” te eindigen. Deze
gewoonte slijt meer en meer af. Op twee plaatsen is gelijktijdig
in het laatst van Juni kermis: te Den Burg, dat het leeuwenaan-
deel heeft en te Oosterend.

Thans het St. Nicolaasfeest. Dit is een echt Texelsch vermaak;
‘t is, als ‘t ware, een blijspel in 4 bedrijven.

Eerste bedrijf, van ‘s morgens 6 tot 9 uur voormiddags van
den St. Nicolaasdag. Hoornmuziek en optocht. De schooljeugd, ge-
wapend met reusachtige koehoorns, trekt in optocht blazende door
het dorp. Geweldige schok. Iedereen ontwaakt.

Tweede bedrijf, van 3 uur ‘s namiddags tot 5 a 6 uur. Optocht
van gemaskerde meisjes en knapen, gevolgd door andere kinderen
in gewone kleeding. Het geheele dorp geraakt in opschudding;
vele nieuwsgierigen begeven zich op de straat; een kijklustige
menigte in de deuren en voor de ramen der huizen.

Derde bedrijf, van 6 tot 10 uur ‘s namiddags. „St. Nicolaas”
of „Sinterklaas” verschijnt. Het is een gemaskerd persoon, gewa-
pend met een heidebezem in de handen en een ketting aan den
eenen voet. In vollen draf snelt hij de straten door en veegt „alle
klein volk” van de straat. De kinderen vluchten huiswaarts,” be-
vreesd voor den „straatveger”. Nu verschijnen ouderen, (zelfs ge-
huwde mannen en vrouwen,) jongelingen en maagden gemaskerd
op straat. Zij gaan huis in, huis uit, nu eens in troepjes, dan weer
alleen. In de meeste huizen worden deze bezoekers getrakteerd
op chocolade, koek, enz Niet zelden ziet men gemaskerde paren.
De eene gemaskerde stelt voor een koopman in stalen (manufac-
turen), een ander een varkensslager, weer een paar anderen stellen
heel natuurlijk een klein soort van olifant voor, een vierde is tand-
meester en is voorzien van alle voor zijn vak benoodigde gereed-
schappen, enz.

Vierde bedrijf, van 10 uur ‘s avonds tot laat in den nacht.
Dans in de herbergen. (Dit bedrijf heeft 2 tooneelen.) Eerste too-
ne el: dans van gemaskerden uit het derde bedrijf; tweede tooneel:
de maskers worden weggeworpen, kreten van verrassingen. Dit
alles geschiedt onder het dansen. Rijk en arm, groot en klein,
jong en oud, ieder heeft bij dans en snarenspel het grootste genoegen!

Den 12 December is het „Ouwe Sinterklaas”. Verkleed, maar
nu zonder masker, gaat het in optocht langs de straten onder het
zingen van :

„Ouwe Sinterklaas”
„Die gaat noot verloren.” enz.
Een opgewekte dans is weer het slot van den dag.

 

Jaar: 1897
Land(en): Nederland
Tekstbron:
  1. 1897 – Vragen van den dag;
Pagina: 640

Kenmerken:
  1. Bang maken (van kinderen)
  2. Kettingen/ketenen
  3. Lawaai maken/Wild geraas/De boel op stelten zetten/Kloppen en Bonzen
  4. Maskerade
  5. Roe/Gard/Gart