1802 – Zij laggen om Zint Nicolaas Die met een ketting loopt, En maakt een drommels groot geraas 

Opmerking:

In deze tekst het Schoen zetten, maar ook naar andere manieren wordt verwezen:

Wy brengen allemaal ons schoen,
Op een of anderen wys,


“Een nieuw Lied op de SINT NICOLAAS

Stem: Dat vry een Vrek, enz. 

1
O Sint Nikolaas goed heilig man,
Wy zingen tot uw eer,
Oud jong ryk arm al wie maar kan,
Knegt, meid, boer, burger, heer,
Wy brengen allemaal ons schoen,
Op een of anderen wys,
Wy hebben u, ô Klaas! van doen,
En geeven u den prys,
ô Klaas! ’t geraas vult oud en jong,
Dat hoord men langs de straat,
De bakker lang, het knaapje schryt,
Doch hoort hoe ’t verder gaat,

Ouden
2. Ziet eens naar ouden Hillebrand,
Met Maalken Tiereluur,
Zy maaken op Sint Nikolaas
Nog meenig vreemde kuur.
Al eeten zy juist geen banket,
Zy drinken tog een slok,
Straks gaan zy dronken naar haar bed
En slaapen als een bok,
ô Klaas! ’t geraas, enz.

Getrouwen
3. Getroude meden scheppen vreugd,
En wandelen met vermaak,
De straaten op en neer, verheugd
Te zyn, is thans hun zaak,
Zij laggen om Zint Nicolaas
Die met een ketting loopt,
En maakt een drommels groot geraas 
Terwijl hij moppen koopt, 
ô Klaas! ’t geraas, enz

Jongen Lieden
4. Het jeugdig volkje heeft plezier,
Jan zoent zijn lieve mie,
En zegt gy zyt myn alles hier,
Myn Sinter Klaas! Ik bie,
Myn heele lyfje aan u aan,
Myn schatje myn Caproen,
Daar ik in hoop te kruipen gaan,
Zet gy maar eens uw schoen,
ô Klaas ’t geraas, enz. 

Kinderen
5. De kinderen hebben ’t meeste pret.
Schoon dat zy zyn vervaart,
En s’avonds vreogys gaan te bed,
Voor Klaasje met zyn Paard,
Zy zingen dog goed Heilig man,
En kyken in haar schoen,
Dog het is haar nergens dan,
Maar om de koek te doen,
ô Klaas ’t geraas, enz.

6
Des koopmans Sinter Klaas is geld
Zo ook des ambagtsmans,
Maar ’t is zo duivels slegt gesteld,
Geen drommel heeft ‘er kans,
Om geld te winnen Sinter Klaas,
Die ryd’er veel voorby,
Den boer alleen die is de baas,
Die leeft steeds vry en bly,
ô Klaas ’t geraas, enz.

7
Ô Sint Niklaas goed heiligman,
Wy vraagen om geen koek
Om geen banket daar zit niet an,
Maar geeft ons in den broek,
Maar schyven, ô dan koopen wy,
Worst Ham Kaas Brood en Spek,
En Vleesch en Gord en Rystenbry,
En Zuiker voor ’t gebrek,
Ô Klaas ei geeft! zo waar ik leef,
Dan word u heilig dag,
Gevierd door ons, met wyn en Pons,
Gezaug, Gejuyg, Gelag.”

Auteur: Anoniem
Jaar: 1802
Land(en): Nederland
Tekstbron:
  1. 1802 – “Het vrolijk Katootje Zingende de nieuwste liederen op de aangenaamste wijze”
Pagina: 36 t/m 38