1745 – SInt Nicolaes, Die onlangs liep het lant door Spoken; Sint Nicolaes, Die Goeye Sul, en Milden Baes, […] Met groot geraes.
1791 – … met bedreigingen van den zoognaamden bullebak, of den zwarten man, die hen zal medenemen of opeten, indien zij niet zoet zijn en daadlijk gehoorzamen?
1792 – Elter, Geschwister und Gesinde bestreven sich um die Wetten den Kleinen, durch Mummereien Poldern und alle Alfanzereien unsers Knechts Ruprecht mit Furcht und Schrecken zu fullen, ehe sie ihnen den Himmel d.i. die Bescherungsstube aufthun.
1932 – wanneer op St.-Nicolaas-avond de zwarte knecht met een ketting aan het been over den zolder gaat […] dan is dat het oogenblik, waarop men de kinderziel waarneemt op haar mooist en op haar best en instinctief voelt ieder oudere dat aan.
1888 – Hij exposeerde een levenden Sint Nikolaas en een levenden zwarten knecht, de laatste met ketting en al, en liet dezen knecht dan bij wijze van reclame een paar maal daags met luidruchtig ketengerammel het huis uit en de straat op vliegen.
1931- Vermoedelijk zijn deze zwarte duiveltjes, Zwarte Piet inbegrepen, restanten van het geloof in de booze geesten…
1877 – Hoe de goede bisschop op zijn gevleugeld paard gezeten en van zijn zwarten knecht vergezeld… halve takkenbossen bij wijze van gard in de hand.
1898 – de knecht van onzen Sint met de ketenen in den schoorsteen hoorden rammelen – surprisen eenigzins anders
1970 – Ons knechtje werd boos, hij bromde “boe hoe”, En riep: deze bengel krijgt zeker de roe! (Het knechtje van Sint Nicolaas)
1970 tot ongeveer 1995 – Sinterklaasliedjes – Wildgeraas, Holle of Zware Stem, Bang maken van kinderen, hard geklopt zacht geklopt!
1941 – Zo, zo, klonk het door de schoorsteen. een ogenblik dan zal ik het den Sint vragen. [..] Omtoveren kunnen we jullie niet sprak Zwarte Piet […] maar omruilen wel.
1948 – Piet sprong achter zijn meester op de schimmel en tilde de zak tussen hen beiden in. [en] de ketting van Zwarte Piet
1938 – “Dat weet ik, ” antwoordde Piet. “‘t Spijt Sint Nicolaas dat hij niet zelf mee kan komen, maar hij voelt zich niet zo erg prettig. Daarom heeft de Sint mij gestuurd om den kinderen wat te geven.”
1732 – Met die kus wens ‘k u de nagtmerrie noyt op ‘t lyf Sal ryden of nikker nog ouwe Sint Felten, Noyt eniger plaats met sal ryden op stelten, Maar dat sint rommelpot u over al bewaart.
1742 – Zo ik geen waarheid spreek, dan wensch ik by Sint Felten; Dat my de Nikker voer’naar ‘t Vagevuur op stelten!
1637 – Nu op Krucken dan op Stelten, ‘t Is te deerlijck, maar Sint Felten Dans’op kromme voeten recht.
1682 – ja zét Iou licht op een’ beuzemstok, én doet je voor sint félten De schoorsteen uit ryen; ziet toe; de drommel ryt’er op stélten
1872 – Mijn Sinterklaas was een man te voet met een grove pij en een bonte muts. Achter zich aan sleepte hij een ketting, die over de steenen in onzen gang kletterde […] Ze hadden hem over de daken hooren rijden. Het hinneken van zijn paard had hen uit den slaap gehouden. Zijn zwarte knecht had kist bij kist door den schoorsteen leeggestort.”
1869 – …hadden we kunnen vermoeden dat de angstverwekkende knecht met zijn bokkenfacie en zijn afzigtelijke horens de zoon van vaders oppasser was
1720 – Schoon Sinte Klaas, nog voor de Kind’ren niet en ryd, Zoo is hy dog by myn gekoomen voor zyn tyd,
1870 – wij kopieëren zoo goed wij kunnen de verschrikkelijke Sint Nicolaassen, […] en wij oefenen ons, om eens zeer leelijk voor den dag te komen, met ketens en een zwart gezigt […] men moet de krulkopjes dan nog een beetje geestig weten schrik aan te jagen.”
1860 (1861) – Amsterdammers, als goede Sint Niklaasmannen, […], in den nacht tusschen den 5den en 6den December, de schoenen en korfjes hunner kinderen met vergulde koek gevuld
1850 – Buiten het vertrek horen wij een zwaren stap en eene grove stem. […] Het is een nagemaakte Sint-Nicolaas, een schrikbeeld…
1860 – Misschien komt hij weer met vuurige oogen, met ketenen rammelend, in een beestenhuid… “dat praat ge hun… in nog geen eeuwen uit het hoofd.”
1854 – “, en op Sint Nicolaasavond geen bisschop gezien of hy had een zwart gezicht, rammelde vervaarlijk met ketenen en vroeg met een holle stem: zijn hier ook stoute kinderen!”
1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
1849 (1852) – De deur slaat open en Sint-Nikolaas treedt in, Al grommend in den baard, die afstroomt van zijn kin; Een masker voor ’t gelaat – afschuwelijk van kleuren…
1849 – “Ik heb ’t nog niet vergeten, dat hij mij, verleden jaar, in zijn zak wou stoppen en meênemen naar Spanje.”
1848 – En dan dat gerammel van ketens en dat geklets op klompen en dat vervaarlijk gebrom en gebrul….. foei!
1844 – of liever sporen daarvan hebben nagelaten, bewijzen de St. Nicolaas-mannen, St. N. varkens, en ander bakwerk; maar ook het geraas maken
1836 – Voor jongen en voor ouden. Komt, vieren we ook met zoet geraas Het vrolijk feest van Sint-Niklaas
1829 – En van een’ Zwarten man, Die in den avond dan Den schoorsteen uit kwam rijden. Hij heette Sinterklaas,…
1827 – en nu zagen wij, zoo wij meenden, duidelijk St. Nicolaas met een zwart gezigt, met eene ruige muts op, en eene zweep en roede in de hand, de deur uitsluipen.
1880 – Lange tijd werd in West-Friesland door de kinderen op de avond van vijf december ‘stoeltje gezet’.
1780 (1796) – Monsterdier – eene koe-huid omgeslagen, zoo dat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, […] en de staart kronkelde achter aan.
1792 – mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, […] dat ik Sinter Klaas was, die nu reed
1720 (eerder per abuis 1717) – Een Amsterdammer kwam gekleed als Harlekien, In schyn van Sinte Klaas, en deelden aan hun meeden
1850 (voor 1850) – Geen zwarte kop Met huiden om het lijf geslagen En hoornen op. Geen ketens ramm’len langs de keijen
1678 – Een St. Nikolaas Avond – “Ze hebben in Sint Niklaas kraamen Me wat Klaas-goet opgedaan” Die men moe was in sijn Spanjen…
1644 – Oranje Roock: onder de vlaemsche Biekorf, verdryvende de gantsche swerm der Roomsche Honigslickers,
1893 – Het is Sinterklaas. Iedereen is bezig geweest, om de cadeaus, zoo aardig mogelijk in te pakken.
1316/1657 – Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.