1745 – SInt Nicolaes, Die onlangs liep het lant door Spoken; Sint Nicolaes, Die Goeye Sul, en Milden Baes, […] Met groot geraes.
1791 – … met bedreigingen van den zoognaamden bullebak, of den zwarten man, die hen zal medenemen of opeten, indien zij niet zoet zijn en daadlijk gehoorzamen?
1792 – Elter, Geschwister und Gesinde bestreven sich um die Wetten den Kleinen, durch Mummereien Poldern und alle Alfanzereien unsers Knechts Ruprecht mit Furcht und Schrecken zu fullen, ehe sie ihnen den Himmel d.i. die Bescherungsstube aufthun.
1787 – … Bygeloovigheden… ten aanzien der kinderen overgebleeven…en voor het overige met onze Sint Nicolaasgrillen en dwaasheden overeenkoomen.
1780 – was ik in een oogenblik zo zwart als de droes (duivel); want de fluit was van binnen met roet gevult…
1794 – Suiker, koffy, zeep, oly enz. zyn er niet, alleen flechte (slechte) fuiker (Suiker) zoo zwart als roet.
1796 – Niet alleen op Sint Niklaas avond […] Ten deezen einde slaat dan iemand uit het huisgezin een wit bedde laken om het hoofd, neemt een dikke knods in de hand en koomt met een kattengemauw of hondengehuil de trappen op, of af….
1796 – Niet alleen op Sint Niklaas avond […] dan moet de kinderdief worden geroepen om hen in den grooten zak te steeken.
1796 – Niet alleen op Sint Niklaas avond […] als gy stout zijt, dan wil ik den zwarten man, met de lange baard, haalen
1772 – ik zag hem eindelyk aan voor een ryken Heer, die in eene Stad voor zo veel gelds aan lekkers uitdeelde[…]Deze denkbeelden, die zeer begunstigde de leer der Spookeryen en verschynende Geesten waarvan ik, als naar gewoonte in die dagen, ook veel hoorde…
1732 – Met die kus wens ‘k u de nagtmerrie noyt op ‘t lyf Sal ryden of nikker nog ouwe Sint Felten, Noyt eniger plaats met sal ryden op stelten, Maar dat sint rommelpot u over al bewaart.
1742 – Zo ik geen waarheid spreek, dan wensch ik by Sint Felten; Dat my de Nikker voer’naar ‘t Vagevuur op stelten!
1720 – By dit geluk heeft Sinte Klaas zoo sterk gere’en, Als nimmer is geschied in eenig Jaar voorle’en
1720 – Schoon Sinte Klaas, nog voor de Kind’ren niet en ryd, Zoo is hy dog by myn gekoomen voor zyn tyd,
1800 – “Het Amsterdamsch canari-vogeltje, zingende verscheiden nieuwe zangstukjes op de fraaiste wyzen.”
1800 – Sint Niklaas is ’t niet, ô neen! Die, gelyk een- spooker, ’s Nachts u door den Schoorsteen heen…
1799 (1800) – “Op alle Dorpen word het Feest van St. Nikolaas gevierd. Op eenigen derzelven rijd één, somstijds twee Menschen op één Paard, dan rond
1789 – …wanneer de ouders een van beiden de rol van Sint Nikolaas speelden, en de kinderen met een holle stem, uit een van de hoeken van de kamer tot gehoorzaamheid aanspoorden;/wit paard
1749 – …hen dreigen, dat, als ze niet zoet zyn, de zwarte man, Piet met de pooten enz, hen zal by komen
1782 – … wy gaven aan ieder der twee kindertjes een koekje en een popje; en toen waren de kindertjes ook zoo bly!
1788 – By helderen dag rydt een Man, in het wit gekleed, en zeer fraai versierd, te paard door de straaten der Steden. (ook: Sint Nikolaas/Klaas Vaak)
1780 (1796) – Monsterdier – eene koe-huid omgeslagen, zoo dat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, […] en de staart kronkelde achter aan.
1792 – mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, […] dat ik Sinter Klaas was, die nu reed
1773 – “Ook reed Sint Nikolaas nooit voor my, vermits ik volstrekt weten wilde hoe hy met paard en al over de daken en door de schoorstenen heen komen konde.”
1772 – “Aanmerkingen over het wekelyks geschrift, uitkomende onder den naam van den Denker, en byzonder over zekere gezegdens in het zelfve…” negende deel
1772 – Noch deeze Week valt de beroemde St. Nicolaasdag in: waarop ik in myne jeugd al vry sterk gesteld was, en dien ik niet gaarne zou hebben zien afschaffen
1766 – ‘De bespookte waereld ontspookt. De duivel geroskamt en het Euangalie van den Spinnerok weerlegt.’
1736 – “Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontes van alle volkeren der waereldt”
1736 – In Holland ziet men het gemeene volk eenigen tyd voor Kersmis byna eene volkomene mascarade aanrechten
1720 (eerder per abuis 1717) – Een Amsterdammer kwam gekleed als Harlekien, In schyn van Sinte Klaas, en deelden aan hun meeden