1860 (1861) – Amsterdammers, als goede Sint Niklaasmannen, […], in den nacht tusschen den 5den en 6den December, de schoenen en korfjes hunner kinderen met vergulde koek gevuld
1850 – Buiten het vertrek horen wij een zwaren stap en eene grove stem. […] Het is een nagemaakte Sint-Nicolaas, een schrikbeeld…
1838 – En werkelijk zag ik in mijne verbeelding, hoe menige aanvallige de sierlijke surprise met blijde verrassing ontving,”
1836 – Voor jongen en voor ouden. Komt, vieren we ook met zoet geraas Het vrolijk feest van Sint-Niklaas
1833 – “De andere kindertjes weten niet beter, of daar bestaat nog een Sint Nikolaas, en men maakt hen doorgaans bevreesd met den een of anderen wonderlijk aangekleeden of opgeschikten man.”
1792 – mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, […] dat ik Sinter Klaas was, die nu reed
1720 (eerder per abuis 1717) – Een Amsterdammer kwam gekleed als Harlekien, In schyn van Sinte Klaas, en deelden aan hun meeden
1316/1657 – Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.