Een legende is een historisch verhaal dat vaak niet op historische werkelijkheid berust, maar meer op een volkse overlevering. Er zijn wel meer dan 20 verschillende legenden ontstaan omtrent Sint-Nicolaas. Wij onderscheiden hier de volgende negen.
Nicolaas, die inmiddels tot bisschop is gewijd, stopt een à drie schepen om koren af te staan voor het hongerlijdende Myra, waarbij hij het graan zou laten verdelen en zelfs gebruiken om te zaaien. De handelaren zijn bang voor de gevolgen omdat er dan te weinig koren zal zijn voor de keizer of voor ‘Alexandrië’. Toen de lading werd nagekeken bij aankomst, was er echter niets verdwenen.
Toen Sint-Nicolaas hoorde dat een man de bruidsschat van zijn dochters niet kon betalen en genoodzaakt was hen in de prostitutie het geld voor het gezin te laten verdienen, gooide Sint-Nicolaas tot driemaal toe een bruidsschat naar binnen zodat de meisjes eerbaar konden trouwen.
Het is vanuit deze legende dat de gouden munten worden verklaard die je nog vaak ziet als goudomwikkelde chocolademunten.
In sommige verhalen belanden deze gouden munten in een schoen.
Nicolaas was het kind van rijke en vrome ouders, Epiphanes en Johanna, die God in hun gebeden gesmeekt hebben om een kind. Nadat zij hun zoon gekregen hadden, besloten zij celibatair te gaan leven hoewel zij nog jong waren. Hierdoor kreeg Nicolaas nooit broers of zussen. Al op zijn geboortedag gebeurde het dat Nicolaas in zijn badje uit zichzelf rechtop ging staan. Hij dronk elke dag uit de borst van zijn moeder, maar vastte tot zonsondergang op woensdag en vrijdag. Dit bleef hij ook doen toen hij volwassen werd.
Hij speelde niet vaak met zijn vriendjes maar koos er voor om naar de kerk te gaan. De bijbelteksten die hij daar hoorde, leerde hij uit zijn hoofd.
Een andere legende vertelt van drie theologiestudenten, die op hun weg naar Athene door een herbergier werden vermoord. De herbergier borg het vlees van de studenten op in een ton met pekel. Enige tijd later bezocht Sint-Nicolaas dezelfde herberg, en droomde ’s nachts van de misdaad die de herbergier begaan had. Nicolaas riep de herbergier en bad tot God, waarna de studenten weer tot leven werden gewekt.
In Frankrijk is er een soortgelijk verhaal, waarin drie kleine kinderen tijdens hun spel verdwaald raken en worden verleid en gevangen door een slager. Sint-Nicolaas verschijnt, roept tot God, brengt de kinderen tot leven en geeft ze terug aan hun ouders.
Er is hiervan ook een Franse versie die weer verband houdt met de figuur van Père Fouettard.
Nicolaas redt drie ter dood veroordeelden en drie gevangenen.
Nicolaas nodigt drie Oost-Romeinse legeraanvoerders uit in Myra. Zij zijn getuige hoe de bisschop drie onschuldig ter dood veroordeelde mensen van de executie redt. Terug in Constantinopel worden de veldheren het slachtoffer van een intrige en zelf ter dood veroordeeld. In de kerker bidden ze om de hulp van Nicolaas, die daarop in de droom van de keizer verschijnt en hem voor de gevolgen van de executie van de onschuldigen waarschuwt. De keizer stelt de legeraanvoerders daarop in vrijheid.
Toen ze merkten dat hun schip ging zinken, riepen de zeelieden Nicolaas aan. Daarop verscheen hij en legde de storm het zwijgen op. Dit verhaal lijkt op het bijbelse verhaal waarin Jezus de storm tot bedaren brengt (Marcus 4: 35-41).
Sommigen menen dat deze legende is ontstaan doordat een afbeelding van vleeskuip in de legende van de drie ter dood veroordeelden verkeerd werd geïnterpreteerd en aangezien werd voor een schip.
De zoon van een edelman was krijgsgevangen gemaakt door een heidense koning. Hij vertelde de koning over Sint-Nicolaas. De koning sprak honend dat Nicolaas de jongen niet kon bevrijden. Hierop verscheen Nicolaas in een glorie van wolken. De jongen werd bevrijd en overgedragen aan zijn vader.[1]
Een andere versie van dit verhaal vindt plaats na de dood van Sint Nicolaas. De stedelingen van Myra waren zijn naamdag aan het vieren toen een groep Arabische piraten vanuit Kreta in het gebied van Myra kwamen. Zij stalen de relikwieën uit de kerk van Sint-Nicolaas. Terwijl zij de stad verlieten, ontvoerden zij een jongen, Basilios, om hem als slaaf te kunnen verkopen. In dienst getreden als slaaf werkte Basilios voor een koning als wijnschenker, die hem gekocht had omdat Basilios niet zou kunnen verstaan wat de koning tegen zijn raadslieden zou zeggen. Het hele volgende jaar zou Basilios de koning zijn wijn schenken in een prachtige, gouden karaf. In Myra kwam Nicolaas’ naamdag steeds dichterbij. Basilios’ moeder wilde niet aan het feest meedoen, omdat de dag voor haar tragische herinneringen opriep. In plaats van mee te doen aan het feest bad zij om Basilios’ veiligheid. Terwijl Basilios zijn diensten voor de koning verrichtte, werd hij plotseling uit de zaal geplukt, de gouden karaf nog in de hand. Sint Nicolaas verscheen voor de doodsbange jongen, zegende hem en bracht hem terug naar zijn ouders in Myra.
In Italië wordt het feest van Het mysterie van San Nicola nog steeds jaarlijks opgevoerd.
Een moeder was haar kind aan het wassen. Om het water niet snel te laten afkoelen had ze de kuip op het vuur gezet, terwijl ze het kind waste. Toen ze de klok hoorde luiden herinnerde ze zich dat de nieuwe bisschop, Nicolaas, vandaag ingehuldigd zou worden, en daarom haastte ze zich naar de kerk. Opeens herinnerde ze zich dat ze het kind op het vuur had laten staan en rende in paniek terug. Thuisgekomen zag ze dat het kind in het badje zat te spelen. Nicolaas had een wonder verricht; het water was niet gaan koken en het kind had zich niet gebrand.
De legende verhaalt over de bisschop Spiridon van Kos en over bisschop Nicolaas. In deze verhalen komt Nicolaas er niet goed af. Hij kijkt neer op de eenvoudige bisschop en voelt zich ver boven hem verheven. Beide worden ze door Keizer Constantijn uitgenodigd voor het Concilie van Nicea alwaar gesproken zal worden over de Godheid van Jezus. Onderweg komen ze elkaar tegen in de herberg en omdat Nicolaas aangeeft dat hij niet wil dat zo’n eenvoudige boer als Spiridon gaat spreken op het belangrijke Concilie besluit de secretaris van Nicolaas tot het doden van de ezels van Spiridon en zijn secretaris. Spiridon is verontwaardigd over een dergelijke daad, de zwarte en de grijze ezel zijn onthoofd. Op aandringen van zijn secretaris verricht Spiridon een wonder en wekt de ezels tot leven. Echter de hoofden van de ezels zijn verwisseld zodat voor iedereen duidelijk is, dat er iets gebeurd is.
Op het Concilie spreekt Spiridon de aanwezigen toe en hij krijgt een daverend applaus voor zijn toespraak. Nicolaas voor wie beleefdheidshalve geklapt was na zijn toespraak was hier zo woedend over dat hij Spiridon op zijn wang sloeg.
(In andere verhalen is het Arius die de klap krijgt omdat deze de ketterse leer, het Arianisme, aanhangt dat Jezus niet ook God zelf zou zijn.)
Deze en nog andere gebeurtenissen herinneren de mensen van Kos zich tot op de dag van vandaag. Vandaar dat zij niet op 6 december het feest van Sint-Nicolaas vieren, maar het zien als een gewone dag.