Zout


Zout is het symbool van wijsheid. Het wordt in de rooms-katholieke Kerk nog steeds bij het doopsel gebruikt. Het is daar behalve symbool van wijsheid ook symbool van kracht en vurigheid. Bovendien wordt het als een afweermiddel tegen het kwade gezien. De priester legt de dopeling enkele korrels zout op de tong en zegt daarbij: ‘Ontvang het zout der wijsheid, en moge het u een voorbereiding zijn voor het eeuwige leven.’

Wie tot de jaren van wijsheid was gekomen (wie niet meer ‘geloofde’), kreeg een zakje met wat zout in de schoen. je was dan áfgezouten’.

 

luisterfragment: Hoor wie klopt daar kinderen – zakje zout

 

 

 

 

Dit kenmerk komt in de volgende bronnen en onderwerpen voor:

Teksten:
  1. 1944 – Het zal toch geen roe zijn, of een zakje met zout
  2. 1970/1980 Stoute kind’ren, zegt hij, krijgen knorren, zegt hij, of een zakje, zegt hij, met wat zout.
Films:
  1. 1970-1980 Hoor wie klopt daar kinderen – zakje zout
Illustraties:
  1. 1944 – Ketting en een zakje zout in een liederenbundel
  2. 1970/1980 of een zakje, zegt hij, met wat zout -1
  3. 1970/1980 of een zakje, zegt hij, met wat zout -2
  4. 1970/1980 of een zakje, zegt hij, met wat zout -3
  5. Vóór 1970 – Zak zout / Roe
  6. 1930 – Klomp / Zak zout