Bang maken (van kinderen)


En Zwarte Piet vraagt met holle stem: “Zijn hier ook stoute kinderen?” Veel mensen hebben hiervan het prettig griezelen geleerd. Want stel je voor dat Piet je in de zak stopte en meenam naar Spanje!  We vinden hiervan, naast soms treurige verhalen waarin kinderen nodeloos bang werden gemaakt, mooie voorbeelden. In vele oude bronnen vinden we dit gebruik terug ook al werd de zwarte figuur met kettingen toen vaak Sinter Klaas genoemd. Maar het was dezelfde als die wij nu Zwarte Piet noemen.

Dit kenmerk komt in de volgende bronnen en onderwerpen voor:

Teksten:
  1. 1316/1657 – Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.
  2. 1749 – …hen dreigen, dat, als ze niet zoet zyn, de zwarte man, Piet met de pooten enz, hen zal by komen
  3. 1768 – “Vrees niet, en maak niet veel geraas, Ik ben ‘t; ik toon u Nicolaas.”
  4. 1779 – Op de markt van Sint Niklaas!
  5. 1780 (1796) – Monsterdier – eene koe-huid omgeslagen, zoo dat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, […] en de staart kronkelde achter aan.
  6. 1789 – …wanneer de ouders een van beiden de rol van Sint Nikolaas speelden, en de kinderen met een holle stem, uit een van de hoeken van de kamer tot gehoorzaamheid aanspoorden;/wit paard
  7. 1792 – mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, […] dat ik Sinter Klaas was, die nu reed
  8. 1813 – Onlangs hadden wij St. Nicolaas avond….verschrikken door […] een’ zogenaamden bullebak
  9. 1814 – Dezen brengt hij, in den schoê, ,,Niets dan slechts een’ berken roê – Sint Nikolaas
  10. 1819 – als gij niet stil zijt, dan komt de zwarte man! Als gij het niet spoedig doet, dan zal St. Nicolaas u medenemen
  11. 1821 – De Bullebak – Kleinen Andries
  12. 1821 – Het Sint Nicolaas lekkers – Kleinen Andries
  13. 1821 (1823) – Dat Sint Niklaas, manhaft, te paard,
  14. 1825 – De heilige gaat rond en reikt de berkenroê – Spanje (verbannen roe! niet gelukt)
  15. 1835/1840 – Nimmer, nimmer zal ik meer voor Sinter Klaas spelen (zwart momaangezicht)
  16. 1836 – Den zwarten knecht van St. Nikolaas met kettingen
  17. 1843 (1894) – Boems! d’r valt ‘n roei, en strompelt Pieter brommend uut de kas.
  18. 1852 – Kwam Nieklaas, die goede Sant, Naar gewoonte weêr in ‘t land, (Jan Vernielal)
  19. 1863 – …en zwarte Klaas of Haantje-Pik, kan je dan beet krijgen.”
  20. 1875 – Sint Nicolaas komt in de stad,
  21. 1880 – Sint Nicolaas-avond – Zwarte knecht/masker
  22. 1883 – Schoorsteenvegersbaas, knecht van Sinterklaas
  23. 1897 – Het St. Nicolaasfeest op Texel
  24. 1928 – Hierop staan en liggen het speelgoed, de taai-taaipoppen en suikerbeesten die Sint en Piet ‘gereeje’ hebben.
  25. 1864 – Nog herinner ik mij, onder de prettigste avonden, dien van Sinterklaas
  26. 1810 – Sint Nicolaas Zie eens Mietje!
  27. 1814 – St. Nikolaas en het stoute Mietje
  28. 1840-1849 (184?) – Jaagt elkanderen geenen schrik aan. (momaangezicht St. Nicolaas)
  29. 1794 – Zo dra de kinderen weeten, wie die bullebak of de zwarte man is, dan lachen zij er mede
  30. 1802 – … dat men, op den dag, die aan eenen roomschen Heiligen, St. Nikolaas genaamd, gewijd is, kerels verkleedde en zwart maakte, …
  31. 1809 – Want offschoon beiden een paar deftige Heiligen zijn, scheppen de vrome Kristenen ‘er toch een boosaardig vermaak in, om ter hunner eere, elkander, en hun kinderen, de stuipen op het lijf te jagen
  32. 1810 – En, s’avonds dan zijn al de winkels van de suikerbakkers, met kaarsjes verlicht, en met suiker-poppetjes opgeschikt.
  33. 1811 – want grooter en leelijker bullebak, als jij bent, heb ik nog op geen’ St Nikolaas avond gezien.
  34. 1880 – Lange tijd werd in West-Friesland door de kinderen op de avond van vijf december ‘stoeltje gezet’.
  35. 1815 – daarom is het bangmaken van jonge kinderen, voor bullebakken, zwarte mannen, voor St. Nicolaas, of wat van die natuur meer zij hoogst berispelijk
  36. 1821 – Al doet uw naam hen beven, Gij komt toch lekkers geven.[…] Dat nooit geen roede uw oog verschrikk’, Maar ’t loon der deugd uw ziel verkwikk’.
  37. 1822 – Waarom, met zoo benaauwden blik, Den schoorsteen ingekeken?… Geen bullebak is hij, geen akelig spook
  38. 1823 – “Met een’ zwaren stap ging hij nu langzaam in de kamer, bleef voor de kinderen staan met ene lage baard, grooten neus en eene gard in de hand.
  39. 1825 – zij zetten elk een’ nieuwen klomp, met hooi en haver gevuld, onder den schoorsteen, en vroegen wel vijf-en-twintig maal aan hun moeder, of zij geloofde, dat St. Nikolaas wat brengen zoude?”
  40. 1827 – en nu zagen wij, zoo wij meenden, duidelijk St. Nicolaas met een zwart gezigt, met eene ruige muts op, en eene zweep en roede in de hand, de deur uitsluipen.
  41. 1828 – Wij denken om geen’ zwarten man, Maar wel om het loon der deugd.”
  42. 1829 – En van een’ Zwarten man, Die in den avond dan Den schoorsteen uit kwam rijden. Hij heette Sinterklaas,…
  43. 1830 – Nu zongen allen: Sint Nic’laas, Komt morgen weêr te paard!
  44. 1830 – Moeder en vader hadden haar gezegd, dat het sprookjes waren, als men vertelde, dat Sint Nicolaas door den schoorsteen kwam om lekkers te brengen of bang te maken.
  45. 1830 – “Toen ik het rijtuig zag naderen, klopte mij het hart als een kind, dat om den wille van het speelgoed naar de gevreesde gedaante van Sint Nicolaas verlangt
  46. 1831 – “Men doet, namelijk, gelijk ieder weet, Sint-Nikolaas niet slechts verschijnen, om de kinderen vrolijk te maken,[…] met oogen van vuur, met kettingen, met beestenhuiden,
  47. 1831 – “Anders komt de Bullebak, “En die steekt u in zijn’ zak.”
  48. 1832 – “Maar de ware held is ook geen barsche kater, die iedereen durft brutaliseren, […] hij praat niet onnatuurlijk, bar en brommende, als Sinterklaas, die de kinderen naar bed jaagt
  49. 1833 – “De andere kindertjes weten niet beter, of daar bestaat nog een Sint Nikolaas, en men maakt hen doorgaans bevreesd met den een of anderen wonderlijk aangekleeden of opgeschikten man.”
  50. 1834 – Daar speelt Sint Nikolaas de baas, […] Hij heeft een keten aan zijn been; Ik bid u, ga er toch niet heen,
  51. 1837 – Zij nam zich daarbij in acht, den goeden Kinder-heilig niet tot een’ bullebak te maken
  52. 1848 – “Wel jongen! daar kwam hij [sint Nicolaas] zoo zwart als een schoorsteenveger, met kettings omhangen, bij ons in de kamer.
  53. 1844 – of liever sporen daarvan hebben nagelaten, bewijzen de St. Nicolaas-mannen, St. N. varkens, en ander bakwerk; maar ook het geraas maken
  54. 1845 – …nadat de Heilige man, onder allerlei afzigtelijke gedaanten, zich des avonds te voren van de braafheid en gehoorzaamheid der kleinen overtuigd heeft…
  55. 1846 – Men verkleedt zich dan ook wel eens, en rammelt met een’ ketting.
  56. 1847 – Daar was Sint Nikolaas waarlijk te goed en vriendelijk voor, om na zijnen dood voor een’ bullebak gebruikt te worden.
  57. 1847 – Ik zag: hij was een goede man, ’t Was louter voor de grap.
  58. 1848 – En dan dat gerammel van ketens en dat geklets op klompen en dat vervaarlijk gebrom en gebrul….. foei!
  59. 1849 – “Ik heb ’t nog niet vergeten, dat hij mij, verleden jaar, in zijn zak wou stoppen en meênemen naar Spanje.”
  60. 1838 (1849) – eene oude vrouw (somwijlen speelt ook een man deze rol) met zwarte kleederen en een met roet besmeerd aangezigt: dit is de befana, het spook..[…] Deze vertooning met onze st. Nicolaas-verschijning verwant…”.
  61. 1849 – zoo als thans nog wel onverstandige lieden hunne kinderen met den bullebak, den zwarten man bang maken en naar bed jagen. Gij weet zelf wat voor fratsen met Sinterklaas worden uitgevoerd.
  62. 1849 – Met eene vreesachtige houding wees het naar den schoorsteen, en kon van schrik naauwelijks zeggen, dat de zwarte man daar was. (schoorsteenveger)
  63. 1850 – Deel suiker, lekkers, marsepijn Aan kind’ren, die gehoorzaam zijn
  64. 1845 – Zie de maan schijnt door de bomen, makkers staakt uw wild geraas! (lied en muziek)
  65. 1849 (1852) – De deur slaat open en Sint-Nikolaas treedt in, Al grommend in den baard, die afstroomt van zijn kin; Een masker voor ’t gelaat – afschuwelijk van kleuren…
  66. 1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
  67. 1854 – “, en op Sint Nicolaasavond geen bisschop gezien of hy had een zwart gezicht, rammelde vervaarlijk met ketenen en vroeg met een holle stem: zijn hier ook stoute kinderen!”
  68. 1860 – met de groote bisschopsmuts op het hoofd en voor het overige gehuld in een wollenkleed of in een beddelaken, vergezeld van zijnen minder heiligen dienaar, Pluto, Zwarteman, of knecht Ruprecht geheeten.”
  69. 1860 – Menig surprise wordt weêr verwacht
  70. 1860 – Kom, doe dat leelijk mom eens af
  71. 1860 – Misschien komt hij weer met vuurige oogen, met ketenen rammelend, in een beestenhuid… “dat praat ge hun… in nog geen eeuwen uit het hoofd.”
  72. 1820 – Kindereter – dat Sint Nicolaas geschenken bragt en dat hij eenen straffen vent den Kinderëter vooruitzond om te zien of zij zich zoo wel gedragen hadden…
  73. 1850 – Buiten het vertrek horen wij een zwaren stap en eene grove stem. […] Het is een nagemaakte Sint-Nicolaas, een schrikbeeld…
  74. 1860 (1861) – Amsterdammers, als goede Sint Niklaasmannen, […], in den nacht tusschen den 5den en 6den December, de schoenen en korfjes hunner kinderen met vergulde koek gevuld
  75. 1870 – wij kopieëren zoo goed wij kunnen de verschrikkelijke Sint Nicolaassen, […] en wij oefenen ons, om eens zeer leelijk voor den dag te komen, met ketens en een zwart gezigt […] men moet de krulkopjes dan nog een beetje geestig weten schrik aan te jagen.”
  76. 1866 – De grooten noemen hem Geweten. – Gij noemt hem maar den Zwarten Man.
  77. 1869 – …hadden we kunnen vermoeden dat de angstverwekkende knecht met zijn bokkenfacie en zijn afzigtelijke horens de zoon van vaders oppasser was
  78. 1870 (1872) – Zijn trouwe knecht Ruprecht verzelt hem. Schimmel is beladen met pakken en zakken vol van alle denkbare kostelijkheden, hoewel er ook een groote zak langs zijne zijden hangt, bestemd tot ontvangst van…
  79. 1800 – Sinterklaas… zwarten Man…Piet Poot
  80. 1934 – … onder aanvoering van den echten Zwarte Piet, die de Hoofdpiet werd genoemd. (Het waren moet men weten echte negers uit Suriname, …) –
  81. 1961 – ‘t Heerlijk avondje is er bijna
  82. 1878 – Sinterklaas […] de ketting aan zijn been verried hem reeds huizenver.
  83. 1898 – Vader staat op en gaat de kamer uit.
  84. 1891 – … met zijn knecht, de zwarte Jan, met een ketting aan het been.
  85. 1892 – Hantje Plus is in de friesche Woudstreken een kinderschrik.
  86. 1876 – Kinderfeesten
  87. 1915 – Children are afraid of the black servant, for he carries a long stick and a great bag.
  88. 1848 – Toen zij klein, heel klein nog waren, hebt gij ze gedreigd met een bullebak en boeman, of met Sint-Nikolaas en den kinderdief als zij niet stil wilden zijn en niet zoet gingen slapen.
  89. 1948 – Piet sprong achter zijn meester op de schimmel en tilde de zak tussen hen beiden in. [en] de ketting van Zwarte Piet
  90. 1939 – …en daar staat Frans met een zwart masker voor zijn gezicht. […] “Je bent Zwarte Piet toch niet?” “Ja”, juicht Frans: “en Leentje moet in de zak.”
  91. 1970 – Ons knechtje werd boos, hij bromde “boe hoe”, En riep: deze bengel krijgt zeker de roe! (Het knechtje van Sint Nicolaas)
  92. 1968 – Sinterklaas, Pieterbaas maakt u echt daar op het dak al dat geraas?
  93. 1984 – Zwarte Piet, verhaaltjes en tekeningen van kinderen
  94. 1944 – Rammelt de Zwarte Piet Daar zijn ketting niet?
  95. 1796 – Niet alleen op Sint Niklaas avond […] dan moet de kinderdief worden geroepen om hen in den grooten zak te steeken.
  96. 1796 – Niet alleen op Sint Niklaas avond […] Ten deezen einde slaat dan iemand uit het huisgezin een wit bedde laken om het hoofd, neemt een dikke knods in de hand en koomt met een kattengemauw of hondengehuil de trappen op, of af….
  97. 1874 – dat van eene roede geen sprake scheen te zijn, gansch in strijd met hetgeen ge in uw boekjes steeds van St. Nicolaas hadt gelezen; …
  98. 1877 – Sinterklaas […] nog een zwarte knecht bij hem, maar een die hem niet helpt in al zijn goed doen: ‘t is nu de duivel, zoo zwart als roet die, […]
  99. 1884 – dat men hem later tot boeman gemaakt heeft, die bangmaakt door zijn zwarte knecht en liefst ook in roeden handelt om de stoute kinderen te straffen.
  100. 1850 (1880)- Herinnering uit 1850: den Heilige en zijn zwarten knecht…
  101. 1929 – Met Pieterbaas, den woesten, zwarten knecht
  102. 1932 – wanneer op St.-Nicolaas-avond de zwarte knecht met een ketting aan het been over den zolder gaat […] dan is dat het oogenblik, waarop men de kinderziel waarneemt op haar mooist en op haar best en instinctief voelt ieder oudere dat aan.
  103. 1792 – Elter, Geschwister und Gesinde bestreven sich um die Wetten den Kleinen, durch Mummereien Poldern und alle Alfanzereien unsers Knechts Ruprecht mit Furcht und Schrecken zu fullen, ehe sie ihnen den Himmel d.i. die Bescherungsstube aufthun.
  104. 1791 – … met bedreigingen van den zoognaamden bullebak, of den zwarten man, die hen zal medenemen of opeten, indien zij niet zoet zijn en daadlijk gehoorzamen?
  105. 1949 – De Belzebok
  106. 1930 – dat de heilige man zich niet ontzag z’n knecht bij te staan bij het versjouwen der kist.
Tekstbron:
  1. 1810 – Het leerzame prenteboekje voor kinderen
  2. 1813 – “Almanak voor de huishouding, keuken en gezondheid, voor het jaar 1814”
  3. 1821 – Voorvallen en merkwaardigheden uit het leven van den kleinen Andries
  4. 1850 – Sint Nikolaas en zijn knecht (complete versie)
  5. 1850 – Sint Nikolaas en zijn knecht (incomplete versie dbnl)
  6. 1961 Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
Begeleiders:
  1. Père Fouettard/Saint Fouettard/Vader Geselaar
Foto's:
  1. 1829 – De Nederlandsche kindervriend : in gedichtjes voor de welopgevoede jeugd
  2. 1948 – Pieten met maskerade, roe, zak en ketting
  3. 2014 – Krampus Travisio Italië
  4. 2016 – Saint Nicolas invite Christkindel et Hans Trapp
  5. 1937 – Sint Piter en Hansje Plus
  6. 1926 – Wijze vermaking
  7. 1911 – Sinterklaas, twee Zwarte Pieten en een figuur met puntmuts onder een baldakijn
  8. 1911 – Sinterklaas, twee Zwarte Pieten en een figuur met puntmuts voor een kerkportaal
Films:
  1. 1929 – Intocht Breda, schimmel op het dek
  2. 1931 – Intocht Sinterklaas Oosterhout met Pieten te paard
  3. 1934 – St. Nicholas Day In Austria Aka “Little Christmas” In Austria – Long Version
  4. 1960 – Intocht Brielle
  5. 1975 – Kyllburg Eifel – Der heilige Nikolaus
  6. 2010 – Krampuslauf Graz
  7. 2011 – Mikuláš
  8. 2012 – Kyllburg – Der heilige Sankt Nikolaus
  9. 2013 – Nikolaus und Krampus mit Tobias
  10. 2013 – Nikolausandacht Pfarrkirche Haiming
  11. 2014 – Krampus und Nikolaus Hausbesuch
  12. 1933 – Krampusumzug 1933 – Habergeiss
  13. 1970 tot ongeveer 1995 – Sinterklaasliedjes – Wildgeraas, Holle of Zware Stem, Bang maken van kinderen, hard geklopt zacht geklopt!
  14. 1970-1980 Hoor wie klopt daar kinderen – zakje zout
Illustraties:
  1. 1700 – De Kindervreter
  2. 1775 – Knecht -De nieuwe Sint Nicolaas-prent., Erven de Weduwe Jacobus van Egmont,
  3. 1810 – Sint Nicolaas- Zie eens Mietje
  4. 1829 – Mietje en haar broertje, en andere vertellingen en gedichtjes voor lieve kinderen
  5. 1835 – Kinderspelen en vermakelijkheden-momaangezicht Sinterklaas
  6. 1840 – De beminnelijke Gerrit–Roelf Gerrit Rijkens
  7. 1840 – Sint te paard met een roetzwarte knecht als rasechte boeman
  8. 1869 – Der Niklo (St. Nicolaus) Abend – Kollarz
  9. 1869 – Intocht met donkere figuur
  10. 1870 – Nicolaus ist nicht so schlimm.
  11. 1874 – Als St. Niklaas verschijn ik nu
  12. 1875 – St. Nicolas Valse pour Piano
  13. 1883 – Voor den knecht van Sinterklaas Speelt de schoorsteenvegers baas;
  14. 1885-1890 Sint Nicolaasspel
  15. 1890 – St. Nicolaasspel
  16. Belgische Centsprent – knecht
  17. Belgische Centsprent – La saint Nicolas et saint Fouettard
  18. Belgische centsprent – zwarte knecht
  19. Nuuttipukki (Finse Krampus/Kerstman duorol)
  20. 1840-1849 (184?) – Jaagt elkanderen geenen schrik aan
  21. 1821 – Sint Nikolaas
  22. 1835 – Illustratie naar schilderij Jan Steen (katholieke versie)
  23. 1849 – plaat 3 Daarop greep hij Alexander aan, lag hem over zijn knie en gaf hem zo’n duchtig pak slagen – Sint Nikolaasvertellingen (Van Schaick)
  24. 1849 – Eccola Vera Befana Pangiallo Toroni Boba Dolce
  25. 1849 – Met eene vreesachtige houding wees het naar den schoorsteen, en kon van schrik naauwelijks zeggen, dat de zwarte man daar was. (schoorsteenveger)
  26. 1820 – Frans alleen stond bedroefd en zijn geschenken konden hem niet meer behagen…
  27. 1850 – Sinterklaas (Kindervreter)
  28. 1850 – In plaats van wat moois, eene roede. In plaats van een vrolijk gezicht…. tranen;…
  29. 1866- Maar Vader dreigt, stil moet je wezen! “Ik zeg je, dat je vrede houdt!” […] Zoo aanstonds komt de Zwarte Man.”
  30. 1850 – Sint Nikolaas bij stoute kinderen (Jan Schenkman 1e druk)
  31. 1923 – Het Texelsche Sinterklaasspel (meerdere afbeeldingen en verwijzing naar brontekst)
  32. 1947 – Illustratie ‘Sint Nicolaasfeest’ in modern jasje
  33. 1944 – Oude en nieuwe Sinterklaasversjes
  34. 1944 – Ketting en een zakje zout in een liederenbundel
  35. Jaren 60 – Bange kind door het ‘wildgeraas’
  36. Jaren 60 – Bange kinderen achter het gordijn
  37. 1970/1980 of een zakje, zegt hij, met wat zout -2
  38. 1970/1980 of een zakje, zegt hij, met wat zout -3
  39. Vóór 1900 – Duits bordspel – St. Nikolausspiel
  40. Jaren 60 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren.5
  41. Jaren 60 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren2
  42. Jaren 60 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren3
  43. Jaren 60 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren4
  44. Jaren 80 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren
  45. Vóór 1965 – Sinterklaaspapier – Inpakpapier
  46. Voor 1910 – Sinterklaas straft een jongetje
  47. Vóór 1970 – ‘Wildgeraas’ kloppen en bonzen
  48. Jaren 60 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen op ramen en deuren
  49. Jaren 70 – ‘Wildgeraas’ Kloppen en bonzen
  50. 1934 – Stoute kinderen in de zak (De Gruyter’s Reclame / Brochure)
  51. 1934 – Kind met de roe. (De Gruyter’s Reclame / Brochure)
  52. 1934 – Lawaai maken / Bange kinderen (De Gruyter’s ‘Reclame – Brochure)
  53. 1970 – Stout kind in de zak!
  54. 1900 – Sinterklaas met verwijzend vingertje (bang maken)
  55. 1900 – Verwijzend vingertje / Bang maken (van kinderen)
  56. 1950 – Stout kind in de zak / Bang maken (van kinderen)
  57. 1955 – Sint Nicolaasfeest kenmerken / Sinterklaaspapier
  58. 1960 – St. Nicolaasfeest kenmerken / Sinterklaaspapier
  59. 1986 – St. Nicolaasfeest kenmerken / Sinterklaaspapier
  60. 1930 – Zak / Stout Kind
  61. Chocolade wikkel – Krampus (Oostenrijk)
  62. 1960 / 1965 – Sinterklaaspapier (Lawaai maken)
  63. 1960 – Sinterklaaspapier (Stout kind in de zak)
  64. 1800 / 1833 – Volksprent ‘Leven van St. Nicolaas – Vie de Saint Nicolaas
  65. 1850 / 1870 – Volksprent
  66. 1812 / 1850 – Volksprent
  67. 1873 – Boek ‘St. Nicolaas A.B.C.’
  68. 1828 – Centsprent
  69. 1955 – Sinterklaasfeest / Verwijzend vingertje van de Sint
  70. 1950 /1960 – Etalageplaat
  71. 1920 – Stout kind in de zak / Verwijzend vingertje (Bang maken)
  72. Uit Magisk Jul (Noorwegen)
Postkaarten:
  1. Hier Saint Nicolas genoemd
  2. Kerstman met roe (Finland)
  3. Kerstman stopt kind in zak (duorol)
  4. Kind doet Krampusimitatie
  5. Krampus
  6. Nederlandse tekst, waarschijnlijk buitenlandse postkaart
  7. Jaren 50/60 – Postkaart ‘Vive St. Nicolas’
  8. 1905 / 1910 – Postkaart
Schilderijen:
  1. 1332 – Duivel met kind (Scenes uit het leven van Sint Nicolaas)
  2. 1665 – Het Sint Nicolaas Feest (2)- Katholieke Versie
  3. 1670 – Het Sint Nicolaas Feest (1) – Protestantse Versie
  4. 1703 – Feestelijkheden van Sint Nicolaas , Matthijs Naiveu
  5. 1800 – Sankt Nikolaus und sein Knecht in einer Münchner Bürgerstube
  6. 1820 – Aquarel Sankt Nikolaus und Krampus – Xaver von Paumgarten
  7. 1870 – Pieter-mijn-knecht van Gaetano Chierici
  8. 1700 / 1899 – Sint Nicolaasfeest (schilderij)