1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
1821 – Al doet uw naam hen beven, Gij komt toch lekkers geven.[…] Dat nooit geen roede uw oog verschrikk’, Maar ’t loon der deugd uw ziel verkwikk’.
1809 – Want offschoon beiden een paar deftige Heiligen zijn, scheppen de vrome Kristenen ‘er toch een boosaardig vermaak in, om ter hunner eere, elkander, en hun kinderen, de stuipen op het lijf te jagen