1772 – ik zag hem eindelyk aan voor een ryken Heer, die in eene Stad voor zo veel gelds aan lekkers uitdeelde[…]Deze denkbeelden, die zeer begunstigde de leer der Spookeryen en verschynende Geesten waarvan ik, als naar gewoonte in die dagen, ook veel hoorde…
1882 – En zijn we ‘s avonds nog op straat, Dan worden we – heeft Moe gezegd – Gepakt door Jan, zijn zwarten knecht.
1941 – Zo, zo, klonk het door de schoorsteen. een ogenblik dan zal ik het den Sint vragen. [..] Omtoveren kunnen we jullie niet sprak Zwarte Piet […] maar omruilen wel.
1930 – “Wat zie ik, zijn jullie nog wakker zeg, slapen jullie nog niet? hoe komt dat zoo, lieve kinderen.” zoo sprak de Zwarte Piet.
1674 – min of meer gelijck het gaet met onse onnooseltjens, als sy wat van S. Nicolaes in hunne schoentjens hebben gekreghen.
1870-1872 – Zijn trouwe knecht Ruprecht verzelt hem. Schimmel is beladen met pakken en zakken vol van alle denkbare kostelijkheden, hoewel er ook een groote zak langs zijne zijden hangt, bestemd tot ontvangst van…
1860-1861 – Amsterdammers, als goede Sint Niklaasmannen, […], in den nacht tusschen den 5den en 6den December, de schoenen en korfjes hunner kinderen met vergulde koek gevuld
1860 – Misschien komt hij weer met vuurige oogen, met ketenen rammelend, in een beestenhuid… “dat praat ge hun… in nog geen eeuwen uit het hoofd.”
1856 – “Daar lig ik te droomen: St. Nikolaas rijdt met zijn’ schimmel den schoorsteen in, in de kamer – naar de tafel – een grooten zak neemt hij van het paard – hij tast er in – hij…. ik ben weêr wakker. “
1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
1849 – “Ik heb ’t nog niet vergeten, dat hij mij, verleden jaar, in zijn zak wou stoppen en meênemen naar Spanje.”
1847 – Daar was Sint Nikolaas waarlijk te goed en vriendelijk voor, om na zijnen dood voor een’ bullebak gebruikt te worden.
1840 – Willem en Doortje wijsmaken, dat Sint Nikolaas dezen nacht rijden zal en dan bij haar schoentje met hooi wat Nikolaas-popjes zetten en in het raam en op den schoorsteenmantel, o, wat zullen zij dan opzien en in de handjes klappen!”
1835 (1834) – “…van waar het gekomen is, dat men u soms heeft willen wijsmaken: dat Sint-Nikolaas des nachts te paard rondrijdende, u zijne geschenken door den schoorsteen […]deed toekomen;
1827 – en nu zagen wij, zoo wij meenden, duidelijk St. Nicolaas met een zwart gezigt, met eene ruige muts op, en eene zweep en roede in de hand, de deur uitsluipen.
1825 – zij zetten elk een’ nieuwen klomp, met hooi en haver gevuld, onder den schoorsteen, en vroegen wel vijf-en-twintig maal aan hun moeder, of zij geloofde, dat St. Nikolaas wat brengen zoude?”
1823 – “Met een’ zwaren stap ging hij nu langzaam in de kamer, bleef voor de kinderen staan met ene lage baard, grooten neus en eene gard in de hand.
1821 – Al doet uw naam hen beven, Gij komt toch lekkers geven.[…] Dat nooit geen roede uw oog verschrikk’, Maar ’t loon der deugd uw ziel verkwikk’.
1880 – Lange tijd werd in West-Friesland door de kinderen op de avond van vijf december ‘stoeltje gezet’.
1827 – The similarity between the Italian Beffana (Befana) and the ideal [black!] Sandy Claus of the American children is curious.
1788 – By helderen dag rydt een Man, in het wit gekleed, en zeer fraai versierd, te paard door de straaten der Steden. (ook: Sint Nikolaas/Klaas Vaak)
1772 – Noch deeze Week valt de beroemde St. Nicolaasdag in: waarop ik in myne jeugd al vry sterk gesteld was, en dien ik niet gaarne zou hebben zien afschaffen
1871 – Maar aan al die ….preeken… stoorden de Nederlanders zich niemendal… zij wisten…dat zij die ‘t beweerden te dwaas waren om aan te horen.
1679 – Hare kinderen een deel leugens wijs maecken van een seeckere paepsche sanct/ ghenaemt S. Claes/
1850 (voor 1850) – Geen zwarte kop Met huiden om het lijf geslagen En hoornen op. Geen ketens ramm’len langs de keijen
1316/1657 – Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.
1645 – Heer! ’t is morgen Sinterklaas; De Bruigom moet,[…]Sijn Bruidje deze nacht wat in ‘er schoentje geven.