Naar de inhoud springen
Sint en Pietengilde

Sint en Pietengilde

Menu
  • Gilde
    • Ontstaan
    • Doelstelling
    • Erfgoedzorgplan
    • Doneren
    • Vrienden van het Gilde
    • Cursus
    • Intochten
  • Sint Nicolaas
    • Leven
    • Legenden
    • Kleding
    • Vieringen wereldwijd
  • Zwarte Piet
    • Wie is Zwarte Piet?
    • Geschiedenis Zwarte Piet
    • Vier kenmerken
    • De symboliek van Zwarte Piet
    • Oplossing debat?
    • Zwarte Klaas is Zwarte Piet
    • Begeleiders
      • Begeleiders informatie
      • Begeleiders in Europa
    • Zwart schmink tradities
    • Zwart of niet?
    • Aandacht voor
      • Slavernij
      • Black Face
      • Nieuw uiterlijk
  • Collectie
    • Literatuur
      • Teksten
      • Tekstbronnen
    • Films
    • Foto’s
    • Illustraties
    • Schilderijen
    • Postkaarten
    • Kenmerken
  • Scholieren
    • Lespakket
    • Leerkrachten
  • Vacaturebank
  • Contact

Recent toegevoegd

1612 – de Nicker moet jou schennen, […] dat doet de droes.
1714 – maar ‘t vechten als de Nikker haaten, […] O!, Sint Velten. Hoe reyde daar de Droes op stelten.
1729 – ‘t Is quaad gezegt: Loopt voor Sint Velten. Of ook, de Nikker gaat op ftelten
1830 – Iemand voor Sunt Felten wenschen, of loop naar Sunt Felten zijn gebruikelijke vloekwoorden waarvan wij den oorsprong niet kennen.
1715 – Met Hooy en Water dienst te doen, Aan ‘t Paard van Zinter-klaas

Teksten op titel

1280 – … I bunre lants… ende heit Senter Claus bunre
1316/1657 – Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.
1612 – de Nicker moet jou schennen, […] dat doet de droes.
1613 – Bisschop der kinderen (Oldenzaal)
1614 – In Licien leyt een stadt Patharas wt vercoren,
1631 – Dese selfde voorgaande meening
1635 – Nu werd de schoe vervult Van nicht, van neve, Met silver en verguld,
1637 – Nu op Krucken dan op Stelten, ‘t Is te deerlijck, maar Sint Felten Dans’op kromme voeten recht.
1644 – Oranje Roock: onder de vlaemsche Biekorf, verdryvende de gantsche swerm der Roomsche Honigslickers,
1644 – Sint Niclaes. den 6. December.
1645 – Heer! ’t is morgen Sinterklaas; De Bruigom moet,[…]Sijn Bruidje deze nacht wat in ‘er schoentje geven.
1645 – Om dochters ongheschent te houwen   Heeft hy die ‘s nachs gheworpen goudt,
1649 – De Nikker, en Sunt-Felten   Die ryen hier op Stelten:
1654 – Sinter Klaas voor de kinderen
1655 – ZInter-Klaas heeft van de nacht
1657 – ‘t Is even vijftig jaar geleeden, dat Sinterklaas heel mild van hand…
1659 – Dat de Jonghe-luy hem loven met geraes. […] W’ hebben immer een veel goeder Sinte Claes:
1659 – Een swaer tempeest belet,   Als hy was in Zees baeren,   Door sijn krachtigh gebedt
1659 – GHy moet van u Ieught af,   Met hem deughde beminnen,
1663 – Hy sit, en maeckt Sinte-Claes-garden;
1664 – Dien geen die welck // sijns moeders melck Niet suygen wou
1667 – Lof van Sinter Claas Brande wijn
1667 – Op een Sinter Klaas-gift van Glas geblasen
1668 – Kupido schoen-zetter – “Om Sinter Klaes, en hy verzocht, Dat hy zijn Schoentje brengen moght”
1669 – ‘k Wensch hem voor Sint Felten […] ‘k Wensch hem de nikker op zijn huidt…
1669 – Dienm’ in zijne tyen, noemden Sinter Klaas
1674 – min of meer gelijck het gaet met onse onnooseltjens, als sy wat van S. Nicolaes in hunne schoentjens hebben gekreghen.
1678 – Een St. Nikolaas Avond – “Ze hebben in Sint Niklaas kraamen Me wat Klaas-goet opgedaan” Die men moe was in sijn Spanjen…
1679 – Hare kinderen een deel leugens wijs maecken van een seeckere paepsche sanct/ ghenaemt S. Claes/
1682 – ja zét Iou licht op een’ beuzemstok, én doet je voor sint félten De schoorsteen uit ryen; ziet toe; de drommel ryt’er op stélten
1708 – “Die zwarte bullebak, mismaakt van top tot teen”
1709 – Sinterklaaszang, aan Fillis
1714 – maar ‘t vechten als de Nikker haaten, […] O!, Sint Velten. Hoe reyde daar de Droes op stelten.
1715 – Met Hooy en Water dienst te doen, Aan ‘t Paard van Zinter-klaas
1717 – By dit geluk heeft Sinte Klaas zoo sterk gere’en, Als nimmer is geschied in eenig Jaar voorle’en
1717 – Een Amsterdammer kwam gekleed als Harlekien, In schyn van Sinte Klaas, en deelden aan hun meeden
1717 – Ik had gehoopt een Vrouw te krygen van Sint Klaas
1717 – Schoon Sinte Klaas, nog voor de Kind’ren niet en ryd, Zoo is hy dog by myn gekoomen voor zyn tyd,
1718 – Duivels die op krukken sprongen
1718 – Wens ik hem dat al het Roet: Valt uyt d’Schoorsteen op syn Snoet.-Vrysters Klagt, Over Sint Nicolaes
1719 – Och! Mogt die Sint Niklaas wat dikwils by my koomen,
1720 – …Sint Niklaas met zyn paardje ter schoorsteen inkomt…
1722 – “Nikker is een naam, dien men aan den duivel geeft
1729 – ‘t Is quaad gezegt: Loopt voor Sint Velten. Of ook, de Nikker gaat op ftelten
1730 – Zinter-Klaas Vreugd
1732 – Met die kus wens ‘k u de nagtmerrie noyt op ‘t lyf Sal ryden of nikker nog ouwe Sint Felten, Noyt eniger plaats met sal ryden op stelten, Maar dat sint rommelpot u over al bewaart.
1732 – Van Nikolaus, den 6. December.
1736 – In Holland ziet men het gemeene volk eenigen tyd voor Kersmis byna eene volkomene mascarade aanrechten
1742 – Zo ik geen waarheid spreek, dan wensch ik by Sint Felten; Dat my de Nikker voer’naar ‘t Vagevuur op stelten!
1748 – Toen Zwarte Sinteklaas reed met zyn Rott op stelten.
1749 – …hen dreigen, dat, als ze niet zoet zyn, de zwarte man, Piet met de pooten enz, hen zal by komen
1752 – Dat Sinter-klaas Den ouden baas…
1765 – Wilje jou schoen van Nacht niet voor mijn Bed komen zetten?…
1766 – Dus al wat onder naam van diergelyke grollen (Zwarte Piet)
1768 – “Vrees niet, en maak niet veel geraas, Ik ben ‘t; ik toon u Nicolaas.”
1772 – Noch deeze Week valt de beroemde St. Nicolaasdag in: waarop ik in myne jeugd al vry sterk gesteld was, en dien ik niet gaarne zou hebben zien afschaffen
1773 – “Ook reed Sint Nikolaas nooit voor my, vermits ik volstrekt weten wilde hoe hy met paard en al over de daken en door de schoorstenen heen komen konde.”
1779 – Op de markt van Sint Niklaas!
1780 – Hoe Sint Niklaas ons zal verblijen! Wat hij voor ons reeds heeft gereed!”
1780 – Sinter Klaes sal Peet dan wesen, De naem van ‘t kint sal Klaesje zijn,
1780 (1796) – Monsterdier – eene koe-huid omgeslagen, zoo dat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, […] en de staart kronkelde achter aan.
1781 – blyft het evenwel waar, dat ook de ouden elkander wel een St. Nicolaas geschenk koopen
1781 – Klaasje en Pietje – dan verschijnt de Zwarte Man
1782 – … wy gaven aan ieder der twee kindertjes een koekje en een popje; en toen waren de kindertjes ook zoo bly!
1783 – Dien Sinterklaas op stelten/ Sint Felten
1788 – By helderen dag rydt een Man, in het wit gekleed, en zeer fraai versierd, te paard door de straaten der Steden. (ook: Sint Nikolaas/Klaas Vaak)
1789 – …wanneer de ouders een van beiden de rol van Sint Nikolaas speelden, en de kinderen met een holle stem, uit een van de hoeken van de kamer tot gehoorzaamheid aanspoorden;/wit paard
1790 – Dien Sinterklaas op stelten/ Sint Felten
1792 – mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, […] dat ik Sinter Klaas was, die nu reed
1794 – Zo dra de kinderen weeten, wie die bullebak of de zwarte man is, dan lachen zij er mede
1799 (1800) – “Op alle Dorpen word het Feest van St. Nikolaas gevierd. Op eenigen derzelven rijd één, somstijds twee Menschen op één Paard, dan rond
1800 – Sint Niklaas is ’t niet, ô neen! Die, gelyk een- spooker, ’s Nachts u door den Schoorsteen heen…
1800 – Sinterklaas… zwarten Man…Piet Poot
1801 – Daar elk met zang zich naar den schoorsteen hield gekeerd
1801 – Wat is Sint Nicolaas toch goed, mijn trommel is gevuld…
1802 – … dat men, op den dag, die aan eenen roomschen Heiligen, St. Nikolaas genaamd, gewijd is, kerels verkleedde en zwart maakte, …
1802 – Zij laggen om Zint Nicolaas Die met een ketting loopt, En maakt een drommels groot geraas 
1803 – Knecht Ruprecht war sein Sklav, en schwarzgebrannter Neger
1804 – Een verdichte watergeest […], met welke schim men kinderen wel bang maakt
1805 – Ha, daar heb ik je, welkom Zwarte Piet
1809 – Die ketting tel ik niet, al maakt ze wat geraas, Al zien de kinderen my aan voor Sinterklaas;
1809 – Want offschoon beiden een paar deftige Heiligen zijn, scheppen de vrome Kristenen ‘er toch een boosaardig vermaak in, om ter hunner eere, elkander, en hun kinderen, de stuipen op het lijf te jagen
1810 – En, s’avonds dan zijn al de winkels van de suikerbakkers, met kaarsjes verlicht, en met suiker-poppetjes opgeschikt.
1810 – Sint Nicolaas Zie eens Mietje!
1811 – want grooter en leelijker bullebak, als jij bent, heb ik nog op geen’ St Nikolaas avond gezien.
1813 – “Oranje St. Nicolaaszang.”
1813 – Onlangs hadden wij St. Nicolaas avond….verschrikken door […] een’ zogenaamden bullebak
1813 – Wel, om dat Sint Niclaas nu rijd, daarom, En d’Erfvorst, aan ons zoo veel waard, Op Sint Niclaasdag ook verjaard;
1814 – “St. Nikolaas is een plegtige en vrolijke dag voor de kinderen in ons vaderland…”
1814 – Dezen brengt hij, in den schoê, ,,Niets dan slechts een’ berken roê – Sint Nikolaas
1814 – St. Nikolaas en het stoute Mietje
1815 – daarom is het bangmaken van jonge kinderen, voor bullebakken, zwarte mannen, voor St. Nicolaas, of wat van die natuur meer zij hoogst berispelijk
1817 – “Ik zal op St. Niklaas, u zoenen als ik kan,[….] Verkleed en zwart gemaakt, komt Jan het huis in, maar…”
1819 – als gij niet stil zijt, dan komt de zwarte man! Als gij het niet spoedig doet, dan zal St. Nicolaas u medenemen
1820 – Kindereter – dat Sint Nicolaas geschenken bragt en dat hij eenen straffen vent den Kinderëter vooruitzond om te zien of zij zich zoo wel gedragen hadden…
1821 – Al doet uw naam hen beven, Gij komt toch lekkers geven.[…] Dat nooit geen roede uw oog verschrikk’, Maar ’t loon der deugd uw ziel verkwikk’.
1821 – dat de ketting, even als van St. Niklaas, ons, onder meer, bijzonder behaagde.
1821 – De Bullebak – Kleinen Andries
1821 – Het Sint Nicolaas lekkers – Kleinen Andries
1821 (1823) – Dat Sint Niklaas, manhaft, te paard,
1822 – Waarom, met zoo benaauwden blik, Den schoorsteen ingekeken?… Geen bullebak is hij, geen akelig spook
1823 – “Met een’ zwaren stap ging hij nu langzaam in de kamer, bleef voor de kinderen staan met ene lage baard, grooten neus en eene gard in de hand.
1825 – De heilige gaat rond en reikt de berkenroê – Spanje
1825 – zij zetten elk een’ nieuwen klomp, met hooi en haver gevuld, onder den schoorsteen, en vroegen wel vijf-en-twintig maal aan hun moeder, of zij geloofde, dat St. Nikolaas wat brengen zoude?”
1827 – en nu zagen wij, zoo wij meenden, duidelijk St. Nicolaas met een zwart gezigt, met eene ruige muts op, en eene zweep en roede in de hand, de deur uitsluipen.
1827 – The similarity between the Italian Beffana (Befana) and the ideal [black!] Sandy Claus of the American children is curious.
1828 – Wij denken om geen’ zwarten man, Maar wel om het loon der deugd.”
1829 – En van een’ Zwarten man, Die in den avond dan Den schoorsteen uit kwam rijden. Hij heette Sinterklaas,…
1829 – Nu trad de gewaande Sint Nikolaas een paar stappen naderbij en riep nog eens, met eene nagemaakte grove stem: “Zijn er ook stoute kinderen?”
1830 – “Toen ik het rijtuig zag naderen, klopte mij het hart als een kind, dat om den wille van het speelgoed naar de gevreesde gedaante van Sint Nicolaas verlangt
1830 – De duivel op krukken
1830 – Iemand voor Sunt Felten wenschen, of loop naar Sunt Felten zijn gebruikelijke vloekwoorden waarvan wij den oorsprong niet kennen.
1830 – Moeder en vader hadden haar gezegd, dat het sprookjes waren, als men vertelde, dat Sint Nicolaas door den schoorsteen kwam om lekkers te brengen of bang te maken.
1830 – Nu zongen allen: Sint Nic’laas, Komt morgen weêr te paard!
1831 – “Anders komt de Bullebak, “En die steekt u in zijn’ zak.”
1831 – “Men doet, namelijk, gelijk ieder weet, Sint-Nikolaas niet slechts verschijnen, om de kinderen vrolijk te maken,[…] met oogen van vuur, met kettingen, met beestenhuiden,
1832 – “Maar de ware held is ook geen barsche kater, die iedereen durft brutaliseren, […] hij praat niet onnatuurlijk, bar en brommende, als Sinterklaas, die de kinderen naar bed jaagt
1832 – Zwarte Klaas, de god der schoorsteenvegers…
1833 – “Zij echter, die ter sluik op het St. Nicolaas feest hadden rondgewandeld, vonden, te huis komende, de Pietermanknecht te hunnent…
1833 – “De andere kindertjes weten niet beter, of daar bestaat nog een Sint Nikolaas, en men maakt hen doorgaans bevreesd met den een of anderen wonderlijk aangekleeden of opgeschikten man.”
1834 – Daar speelt Sint Nikolaas de baas, […] Hij heeft een keten aan zijn been; Ik bid u, ga er toch niet heen,
1835 – knevels… welke gij u te Sint Nicolaas met gebrande kurk gemaakt hebt
1835 (1834) – “…van waar het gekomen is, dat men u soms heeft willen wijsmaken: dat Sint-Nikolaas des nachts te paard rondrijdende, u zijne geschenken door den schoorsteen […]deed toekomen;
1835/1840 – Nimmer, nimmer zal ik meer voor Sinter Klaas spelen (zwart momaangezicht)
1836 – Den zwarten knecht van St. Nikolaas met kettingen
1836 – Voor jongen en voor ouden. Komt, vieren we ook met zoet geraas Het vrolijk feest van Sint-Niklaas
1837 – … zij weten, dat St. Nicolaas niet door den schoorsteen komt; dat “wie aan een’ zwarten man gelooft, van zijn verstand beroofd is!”
1837 – Sint Nikolaas, Die lekkre baas
1837 – Wij geven van dien overvloed, Een deel aan arme kind’ren…
1837 – Zij nam zich daarbij in acht, den goeden Kinder-heilig niet tot een’ bullebak te maken
1838 – En werkelijk zag ik in mijne verbeelding, hoe menige aanvallige de sierlijke surprise met blijde verrassing ontving,”
1840 – …en ziedaar de oorzaak, waarom de Duivel in het bijgeloof insgelijks met bespotting wordt bejegend.
1840 – en nu zult gij er wel op rekenen, dat Sint Nikolaas bij mij ook aan u gedacht heeft…
1840 – Pieterman…daar wij al deze namen gerust kunnen aanmerken als op den Duivel overgevloeid van de Huisgeesten
1840 – ter zake van den intogt op den 5 December, de zoogenaamde Sint Nicolaas-avond […] één dag vervroegd en op Vrijdag den 4den dier maand zal plaats hebben
1840 – Willem en Doortje wijsmaken, dat Sint Nikolaas dezen nacht rijden zal en dan bij haar schoentje met hooi wat Nikolaas-popjes zetten en in het raam en op den schoorsteenmantel, o, wat zullen zij dan opzien en in de handjes klappen!”
1840 – Zoo spreekt men in Duitschland van Knecht Ruprecht en Knecht Nikolaas.
1840 – Zwarte Piet, Joost, Jochem, Oude Joost, Oude Jochem, Hans, Hansneef, Hansmichel, Joris op de Stelten, Heintje Pik, Oom Hendrik, Hein en Heintjeman
1840-1849 (184?) – Jaagt elkanderen geenen schrik aan. (momaangezicht St. Nicolaas)
1843 – …dat onze Nikker overeenstemt met den oud-Noordschen Nikr, insgelijks een watergeest
1843 (1894) – Boems! d’r valt ‘n roei, en strompelt Pieter brommend uut de kas.
1844 – of liever sporen daarvan hebben nagelaten, bewijzen de St. Nicolaas-mannen, St. N. varkens, en ander bakwerk; maar ook het geraas maken
1845 – …nadat de Heilige man, onder allerlei afzigtelijke gedaanten, zich des avonds te voren van de braafheid en gehoorzaamheid der kleinen overtuigd heeft…
1845 – Zie de maan schijnt door de bomen, makkers staakt uw wild geraas! (lied en muziek)
1846 – Men verkleedt zich dan ook wel eens, en rammelt met een’ ketting.
1847 – Daar was Sint Nikolaas waarlijk te goed en vriendelijk voor, om na zijnen dood voor een’ bullebak gebruikt te worden.
1847 – Ik zag: hij was een goede man, ’t Was louter voor de grap.
1848 – “Wel jongen! daar kwam hij [sint Nicolaas] zoo zwart als een schoorsteenveger, met kettings omhangen, bij ons in de kamer.
1848 – En dan dat gerammel van ketens en dat geklets op klompen en dat vervaarlijk gebrom en gebrul….. foei!
1848 – Toen zij klein, heel klein nog waren, hebt gij ze gedreigd met een bullebak en boeman, of met Sint-Nikolaas en den kinderdief als zij niet stil wilden zijn en niet zoet gingen slapen.
1849 – “Ik heb ’t nog niet vergeten, dat hij mij, verleden jaar, in zijn zak wou stoppen en meênemen naar Spanje.”
1849 – eene oude vrouw (somwijlen speelt ook een man deze rol) met zwarte kleederen en een met roet besmeerd aangezigt: dit is de befana, het spook..[…] Deze vertooning met onze st. Nicolaas-verschijning verwant…”.
1849 – Met eene vreesachtige houding wees het naar den schoorsteen, en kon van schrik naauwelijks zeggen, dat de zwarte man daar was. (schoorsteenveger)
1849 – zoo als thans nog wel onverstandige lieden hunne kinderen met den bullebak, den zwarten man bang maken en naar bed jagen. Gij weet zelf wat voor fratsen met Sinterklaas worden uitgevoerd.
1849 (1852) – De deur slaat open en Sint-Nikolaas treedt in, Al grommend in den baard, die afstroomt van zijn kin; Een masker voor ’t gelaat – afschuwelijk van kleuren…
1850 – Buiten het vertrek horen wij een zwaren stap en eene grove stem. […] Het is een nagemaakte Sint-Nicolaas, een schrikbeeld…
1850 – Deel suiker, lekkers, marsepijn Aan kind’ren, die gehoorzaam zijn
1850 – Sint Nikolaas in den kinderkamer (Schenkman)
1850 (voor 1850) – Geen zwarte kop Met huiden om het lijf geslagen En hoornen op. Geen ketens ramm’len langs de keijen
1852 – Kwam Nieklaas, die goede Sant, Naar gewoonte weêr in ‘t land, (Jan Vernielal)
1853 – een met allerlei snakerijen gevuld korfje in de hand houdende, hebbende een hoed met vederen op het hoofd, welke vermomd persoon ook Bullebak (Popanz) genoemd wordt.
1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
1854 – “, en op Sint Nicolaasavond geen bisschop gezien of hy had een zwart gezicht, rammelde vervaarlijk met ketenen en vroeg met een holle stem: zijn hier ook stoute kinderen!”
1855 – “die snottige stinkerde Sin-ther Klaas, met zijn gezicht zoo zwart,”
1856 – “Daar lig ik te droomen: St. Nikolaas rijdt met zijn’ schimmel den schoorsteen in, in de kamer – naar de tafel – een grooten zak neemt hij van het paard – hij tast er in – hij…. ik ben weêr wakker. “
1858 – wordende naar zijn zwart haar Heintje Pik genoemd.”
1859 – “Menigeen laat hem vergezellen door een ander personaadje, een neger die onder den naam van “Pieter mijn knecht” niet minder populair is dan de Heilige Bisschop zelf.”
1860 – Kom, doe dat leelijk mom eens af
1860 – Menig surprise wordt weêr verwacht
1860 – met de groote bisschopsmuts op het hoofd en voor het overige gehuld in een wollenkleed of in een beddelaken, vergezeld van zijnen minder heiligen dienaar, Pluto, Zwarteman, of knecht Ruprecht geheeten.”
1860 – Misschien komt hij weer met vuurige oogen, met ketenen rammelend, in een beestenhuid… “dat praat ge hun… in nog geen eeuwen uit het hoofd.”
1860 (1861) – Amsterdammers, als goede Sint Niklaasmannen, […], in den nacht tusschen den 5den en 6den December, de schoenen en korfjes hunner kinderen met vergulde koek gevuld
1861 – Zwart als roet…(tot nadeel voor mijn goed, want dat wordt daardoor…)
1863 – … dat de volwassenen ijverig zorgen, dat het niet enkel tot de kinderen blijft bepaald. Vrienden wisselen op dien dag hunne geschenken…
1863 – …en zwarte Klaas of Haantje-Pik, kan je dan beet krijgen.”
1864 – Nog herinner ik mij, onder de prettigste avonden, dien van Sinterklaas
1866 – “die voorstelling dat Sint-Nicolaas gevolgd door een knecht, rondrijdt op zijn witten schimmel slechts eene wijziging van de reis, die Wodan, de god der elementen, ’s winters deed met zijn knecht Ruprecht, om overal zegen te verspreiden.”
1866 – “Sint Niklaais avond, als de schoe gezet wordt.”
1866 – De grooten noemen hem Geweten. – Gij noemt hem maar den Zwarten Man.
1866 – Kreeg je morgen ‘reis een roê?
1866 – Rijk en arm op Sint Nikolaas
1866 – verbeeld door verpoetste, vermomde, gemaskerde en verkleede lieden; rondom liepender, hoe zal ik ze heeten? menschen? in beestenvellen en met steerten en hoorns aan
1869 – …hadden we kunnen vermoeden dat de angstverwekkende knecht met zijn bokkenfacie en zijn afzigtelijke horens de zoon van vaders oppasser was
1870 – …wanneer nog the Grouw Sint Pieter met z’n zwarte gezicht, z’n rammelende ketting aan ‘t been zomaar in de gang van de huizen komt, wanneer zwarte Piet z’n rondreis met Sinterklaas doet,..
1870 – wij kopieëren zoo goed wij kunnen de verschrikkelijke Sint Nicolaassen, […] en wij oefenen ons, om eens zeer leelijk voor den dag te komen, met ketens en een zwart gezigt […] men moet de krulkopjes dan nog een beetje geestig weten schrik aan te jagen.”
1870 – Zijne knechts dragen zijne aantekeningboeken…
1870 (1872) – Zijn trouwe knecht Ruprecht verzelt hem. Schimmel is beladen met pakken en zakken vol van alle denkbare kostelijkheden, hoewel er ook een groote zak langs zijne zijden hangt, bestemd tot ontvangst van…
1871 – …ten slotte was de heilige bisschop ook geen moriaan…
1871 – En zoo deed ook Sinterklaas zijn intogt door den schoorsteenpijp, zonder dat iemand ooit heeft kunnen merken, dat zijn ,,slickerdemickjes” naar ’t roet smaakten.
1871 – Maar aan al die ….preeken… stoorden de Nederlanders zich niemendal… zij wisten…dat zij die ‘t beweerden te dwaas waren om aan te horen.
1872 – …omringd door een hofstoet van zwarte knechts…
1872 – Mijn Sinterklaas was een man te voet met een grove pij en een bonte muts. Achter zich aan sleepte hij een ketting, die over de steenen in onzen gang kletterde […] Ze hadden hem over de daken hooren rijden. Het hinneken van zijn paard had hen uit den slaap gehouden. Zijn zwarte knecht had kist bij kist door den schoorsteen leeggestort.”
1873 – Wij hebben weinige dagen geleden, op nieuw St. Nicolaas gevierd
1875 – Sint Nicolaas komt in de stad,
1876 – Kinderfeesten
1876 – St. Nicolaas met zijn zwarten knecht werd door 4 zwarte paarden door twee negers gereden
1878 – Sinterklaas […] de ketting aan zijn been verried hem reeds huizenver.
1880 – Lange tijd werd in West-Friesland door de kinderen op de avond van vijf december ‘stoeltje gezet’.
1880 – Sint Nicolaas-avond – Zwarte knecht/masker
1882 – Intocht in Groede (Zeeland)(voorlopig vroegste krantenvermelding intocht)
1883 – Schoorsteenvegersbaas, knecht van Sinterklaas
1887 – Intocht in Apeldoorn
1891 – … met zijn knecht, de zwarte Jan, met een ketting aan het been.
1892 – Hantje Plus is in de friesche Woudstreken een kinderschrik.
1893 – Het is Sinterklaas. Iedereen is bezig geweest, om de cadeaus, zoo aardig mogelijk in te pakken.
1893 – Sinterklaas is bij ons geweest […], of eigenlijk zijn knecht.
1894 – 2. Sint Nicolaas te paard, 3. Assiepan
1895 – Het doode Paard – W. Metz Tz.
1895 – Winschoter Zwarte Pieten droegen ook mijters
1896 – …bepakt en beladen als Knecht Ruprecht .
1897 – Het St. Nicolaasfeest op Texel
1898 – Vader staat op en gaat de kamer uit.
1900 – ‘Binnen komen, anders word je gepakt door de Tientonen en Elfribben’.
1900 (eeuwenlang) – Gouden Engel – uitgesteld Sinterklaasfeest West-Friesland
1905 – wanneer men nog te Grouw Sint Pieter met z’n zwarte gezicht, z’n rammelende ketting aan ‘t been zomaar in de gang van de huizen komt, wanneer zwarte Piet z’n rondreis met Sinterklaas doet,…
1908 – Hans Mof, Boxmeersch Weekblad
1913 – maar ook Knecht Ruprecht – Zwarte Piet noemden de kinderen hem…
1915 – Children are afraid of the black servant, for he carries a long stick and a great bag.
1918 – gevolgd door zijn onafscheidelijken knecht Assipan.
1923 – Ook zal ik niet met Grimm…deze midwinterfiguur uitsluitend aanvaarden als een gekerstende Wodan-herinnering…
1928 – Hierop staan en liggen het speelgoed, de taai-taaipoppen en suikerbeesten die Sint en Piet ‘gereeje’ hebben.
1928 – Trui was Assiepan…gegrimeerd mee ‘n hand vol roet.
1930 – de spullen veur assiepan en veur d’n heiligen man.
1931 – Klaas (Zwarte Piet), Wief dat ongemakkelijk slaag krijgt, Assiepan en Doka
1934 – … onder aanvoering van den echten Zwarte Piet, die de Hoofdpiet werd genoemd. (Het waren moet men weten echte negers uit Suriname, …) –
1934 – De zevende geschminkte Zwarte Piet
1935 – Organisatoren en stoet met Zwarte Pieten! (Intocht Amsterdam)
1936 – Ge weet die spulde veur Assiepan, veur zwarten knecht.
1937 (eerder al) – …omdat St. Nicolaas volgens hem door de schoorsteen kwam, besmeurde hij dat pak geheel met houtskool…
1938 – … zodat nie zoo duidelijk opviel, dat Assiepan in den modder gelegen had, Zwart bij zwart.
1938 – Welke Sinterklaas of Assipan R deze verrassing heeft bereid..
1940 – Een ludiek protest tegen de verduistering.
1940 – maar dat assepan de naam is voor een schrikgestalte die het hele jaar door op de zolders woont
1951 – Levende Sinterklaasgebruiken op de Friese Waddeneilanden
1960 – Honderd Hollumer Sinterklazen deinden loeiend door het dorp
1961 – ‘t Heerlijk avondje is er bijna
2014 – Overzicht – De Sinterklaastafel (bij de banketbakker)
2014 – Zwarte Piet is premodern en geen slaaf

1853 – een met allerlei snakerijen gevuld korfje in de hand houdende, hebbende een hoed met vederen op het hoofd, welke vermomd persoon ook Bullebak (Popanz) genoemd wordt.

Auteur: Teenstra, Marten Douwes en de Boois, W.
Jaar: 1853
Land(en): Duitsland en Nederland
Tekstbron:
  1. 1853 – “De kinderwereld”
Pagina: 221

Kenmerken:
  1. Bullebak
  2. Geschenken geven
  3. Popanz (Bullebak)
  4. Zak/korf/mand
Berichtnavigatie
1674 – min of meer gelijck het gaet met onse onnooseltjens, als sy wat van S. Nicolaes in hunne schoentjens hebben gekreghen.
1915 – Children are afraid of the black servant, for he carries a long stick and a great bag.

Nieuws

Cursusdag Sint en Pietengilde

Documenten

  • ZWARTE KLAAS IS ZWARTE PIET
  • Brief kinderombudsman
  • Brief VN
  • Brief naar NTR
  • Brief schoolbestuur
  • Brief schooldirectie aan ouders
  • Conceptbrief ouders
  • Intochten

Zoeken op pagina’s

Zoeken

  • Kies bron

  • Kies kenmerk

  • Kies land

  • Kies een periode

    0 - 2025

Volg ons op Facebook

Sint & Pietengilde     info@sintenpietengilde.nl     pers@sintenpietengilde.nl     Inschrijving KvK: 61999210
Gemaakt met Make. De vriendelijke site-builder.
  • E-mail
  • Facebook
Terug