Duitsland


Historie:

Duitsland kent van alle Duitstalige gebieden de meeste variaties op het Sint Nicolaas feest.

Sint Nicolaas is o.a. bekend onder de namen Der Nikolaus, Sankt Nicolaus, Nikolo en Der Heilige Nikolaus. In sommige gebieden wordt het feest op 5 december gevierd terwijl het feest in andere gebieden op 6 december inclusief de avond van 5 december. Sint Nicolaas als figuur komt veelvuldig voor. Ook na het Sint Nicolaas feest kom je de figuur vaak tegen bij bv. de Christus kind of als Kerstman. Sint Nicolaas wordt in Duitsland begeleid door een bonte stoet begeleiders in de vorm van Knecht Ruprecht, die er in vele variaties verschijnt. Ook Hans Muff, Krampus, Pechtra en tal van andere begeleiders, verschillend per regio en plaats, doen hun intrede in het feest. Vaak zijn de begeleiders zwart geschminkt en duivelachtig van uiterlijk. Ook kent men in Duitsland het gebruik van de Buttnmandl en Gankerl. De Buttnmandl komen voor in het Duitse Berchtesgaden, aan het begin van de Alpen. In dit gebied komen veelvuldig Krampuslaufen en Buttnmandllaufen voor. In Berchtesgaden kom je Sint Nicolaas tot zeker 6 januari tegen. Dit zijn levende bosjes met duivels gebroed erin. Naast al de eerder genoemde figuren komt ook Zwarte Piet voor in Duitsland, soms als Nederlandse variant andere keren als de Duitse variant. Net als in vele Duitse gebieden is het feest religieus van aard en is de kerk daarbij betrokken. Hoewel in Duitsland anders dan in Zwitserland of Oostenrijk een grote protestantse kerk aanwezig is, is het feest overal zichtbaar. Een opmerkelijke traditie in Duitsland is op het Duitse Waddeneiland Borkum, de Klasohm. Hier worden net zoals de Sunderklaas op het Nederlandse Waddeneiland Texel of de Sunderum op het Nederlandse Waddeneiland Terschelling rituelen ten uitvoer gebracht.

Begeleiders:
  1. Knecht Ruprecht
Teksten:
  1. 1819 – als gij niet stil zijt, dan komt de zwarte man! Als gij het niet spoedig doet, dan zal St. Nicolaas u medenemen
  2. 1736 – In Holland ziet men het gemeene volk eenigen tyd voor Kersmis byna eene volkomene mascarade aanrechten
  3. 1814 – Dezen brengt hij, in den schoê, ,,Niets dan slechts een’ berken roê – Sint Nikolaas
  4. 1814 – St. Nikolaas en het stoute Mietje
  5. 1840 – Zoo spreekt men in Duitschland van Knecht Ruprecht en Knecht Nikolaas.
  6. 1840 – …en ziedaar de oorzaak, waarom de Duivel in het bijgeloof insgelijks met bespotting wordt bejegend.
  7. 1840 – Zwarte Piet, Joost, Jochem, Oude Joost, Oude Jochem, Hans, Hansneef, Hansmichel, Joris op de Stelten, Heintje Pik, Oom Hendrik, Hein en Heintjeman
  8. 1840 – Pieterman…daar wij al deze namen gerust kunnen aanmerken als op den Duivel overgevloeid van de Huisgeesten
  9. 1821 – De Bullebak – Kleinen Andries
  10. 1821 – Het Sint Nicolaas lekkers – Kleinen Andries
  11. 1883 – Schoorsteenvegersbaas, knecht van Sinterklaas
  12. 1768 – “Vrees niet, en maak niet veel geraas, Ik ben ‘t; ik toon u Nicolaas.”
  13. 1814 – “St. Nikolaas is een plegtige en vrolijke dag voor de kinderen in ons vaderland…”
  14. 1823 – “Met een’ zwaren stap ging hij nu langzaam in de kamer, bleef voor de kinderen staan met ene lage baard, grooten neus en eene gard in de hand.
  15. 1844 – of liever sporen daarvan hebben nagelaten, bewijzen de St. Nicolaas-mannen, St. N. varkens, en ander bakwerk; maar ook het geraas maken
  16. 1849 – zoo als thans nog wel onverstandige lieden hunne kinderen met den bullebak, den zwarten man bang maken en naar bed jagen. Gij weet zelf wat voor fratsen met Sinterklaas worden uitgevoerd.
  17. 1853 – Een reizende hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in den schoorsteen om de kleine kinderen bang te maken… (ook Popanz)
  18. 1860 – met de groote bisschopsmuts op het hoofd en voor het overige gehuld in een wollenkleed of in een beddelaken, vergezeld van zijnen minder heiligen dienaar, Pluto, Zwarteman, of knecht Ruprecht geheeten.”
  19. 1803 – Knecht Ruprecht war sein Sklav, en schwarzgebrannter Neger
  20. 1850 – Buiten het vertrek horen wij een zwaren stap en eene grove stem. […] Het is een nagemaakte Sint-Nicolaas, een schrikbeeld…
  21. 1853 – een met allerlei snakerijen gevuld korfje in de hand houdende, hebbende een hoed met vederen op het hoofd, welke vermomd persoon ook Bullebak (Popanz) genoemd wordt.
  22. 1948 – Zwarte Piet: “Ik wist “t wel!,” roept hij. “U kan niet verdwalen, Sint! Maar de sneeuw viel zo dicht. Ik werd toch wel bang, Sint.”
  23. 1930 – Bij ons is er de Zwarte Piet uitgegroeid. Het woord nikker moet men niet misverstaan. Het betekent plaaggeest. Vgl. het Duitse necker.
  24. 1931 – Af en toe treedt Zwarte Piet als zelfstandige figuur op, evenals Ruprecht de knecht in Duitschland
  25. 1931 – een representant van die dooden, en van den zwarten knecht (Ruprecht) zou dan hetzelfde gezegd kunnen worden, dit verklaart tevens zijn zwarte kleur. […] kaboutermannetjes.
  26. 1787 – … Bygeloovigheden… ten aanzien der kinderen overgebleeven…en voor het overige met onze Sint Nicolaasgrillen en dwaasheden overeenkoomen.
  27. 1792 – Elter, Geschwister und Gesinde bestreven sich um die Wetten den Kleinen, durch Mummereien Poldern und alle Alfanzereien unsers Knechts Ruprecht mit Furcht und Schrecken zu fullen, ehe sie ihnen den Himmel d.i. die Bescherungsstube aufthun.
Foto's:

  1. Sternsinger 1 – Driekoningen feest 6 januari

  2. 1996 – DUITSLAND-Nikolaus-und-Schwarzer-Pitt

  3. 1929 – Een bloot jongetje staat huilend van angst voor de zwarte schoorsteenveger aan de hand van zijn moeder. Duitsland
Films:
  1. 1975 – Kyllburg Eifel – Der heilige Nikolaus
Illustraties:
  1. 1900 – Boerensinterklaas Groningen
  2. 1700 – De Kindervreter
  3. 1883 – Voor den knecht van Sinterklaas Speelt de schoorsteenvegers baas;
  4. 1870 – Nicolaus ist nicht so schlimm.
  5. jaartal onbekend – Knecht Ruprecht met hoorns
  6. 1814 – Christkindl
  7. 1820 – Frans alleen stond bedroefd en zijn geschenken konden hem niet meer behagen…
Schilderijen:
  1. 1900 – Tritt ein, lieber Nikolaus! Holzstich
  2. 1800 – Sankt Nikolaus und sein Knecht in einer Münchner Bürgerstube
Postkaarten:
  1. Nederlandse tekst, waarschijnlijk buitenlandse postkaart